'Met Trond Sollied kan er niets misgaan'

Trainer zijn van SC Heerenveen is een luizenbaan. Riemer van der Velde heeft een neus voor talent en haalt sinds jaar en dag overal begenadigde jonge voetballers vandaan, waardoor het falen van de eigen jeugdopleiding wordt gecamoufleerd. Foppe de Haan parasiteerde jaren op Van der Velde. De trainer kon goed luisteren en zei weinig. Daar houdt Van der Velde van, want tegenspraak irriteert hem. Van der Velde gaf De Haan de ruimte uit te groeien tot een cultfiguur. De Haan beschikt intussen over een schat aan ervaring, al is het soms storend dat hij in zijn eigen mythe is gaan geloven. Het volk koestert provinciale helden en De Haan acteert met veel verve de topcoach in de schaduw van zijn illustere voorgangers Rinus Michels, Johan Cruijff en Guus Hiddink.

Hij heeft nooit kunnen uitleggen waarom er tijdens zijn langdurige verblijf bij SC Heerenveen geen zelf opgeleide jeugdspeler is doorgebroken.

De Haan behaalde al zijn successen met door Van der Velde gehaalde voetballers. Hij was te slim om daarover te klagen. Zijn voormalige assistent Gertjan Verbeek loopt wél met zijn mening te koop. Ook hij presteerde goed met het gescoute vreemdelingenlegioen. Hij presteerde het zelfs sinds jaren een echte Fries, Geert Arend Roorda uit Noordbergum, te laten doorbreken. Verbeeks eigenwijze karakter stond een contractverlenging in de weg. Van der Velde en de andere beleidsbepalers in het Abe Lenstra Stadion stoorden zich dagelijks aan de houding van hun trainer. Adviezen en suggesties negeerde Verbeek. Hij stelde zich geestelijk onafhankelijk op en trok zich van niemand wat aan. Maar zelfs uitstekende resultaten en goed voetbal konden hem niet redden. Over steekhoudende argumenten beschikt de clubleiding niet. Maar Verbeek wordt er waarschijnlijk alleen maar beter van, want hij ligt goed in de markt. Omdat Verbeek de publieke opinie aan zijn kant heeft, wilde SC Heerenveen een toptrainer binnenhalen. Guus Hiddink, een persoonlijke vriend van Van der Velde, was de gedroomde kandidaat, maar was financieel niet haalbaar. Bert van Marwijk was een redelijk alternatief, maar hij werd bondscoach. André Wetzel heeft bij VVV-Venlo indruk gemaakt in Friesland en het was vooral aantrekkelijk hem in combinatie met het supertalent Nordin Amrabat naar de club te lokken, maar uiteindelijk koos SC Heerenveen voor Trond Sollied (foto). De Noor heeft een uitstekende staat van dienst, maar zijn werkwijze kan wel eens een cultuurschok veroorzaken. Sollied is een introverte man die zelden zijn emoties toont, maar achter een masker leeft. Hij maakt nooit fouten, nederlagen en tegenslagen zijn altijd de schuld van een ander. Als levensgenieter zal de trainer wel klikken met Van der Velde, maar hij laat zich niet coachen. Sollied gelooft heilig in zijn voetbalvisie en neemt zijn beslissingen zonder anderen te raadplegen. Hij hanteert de losse Engelse aanpak. Geen huisregels, zeker geen kadaverdiscipline, hij laat spelers als volwassen mensen hun gang gaan. Als ze er tijdens de wedstrijd maar staan en zijn tactische opdrachten uitvoeren.

Karsten Sollied, de vader van Trond, liep als zeeman een malariabesmetting op. Hij kreeg vervolgens van zijn dokter te horen dat hij nooit kinderen zou kunnen verwekken. Uiteindelijk kregen Karsten en Irene Sollied er zeven. Trond was de middelste, hij leerde van de ouderen en zorgde voor de jongeren. Hij werd op 29 april 1959 geboren in het moederhuis in Tromsø, de enige universiteitsstad ter wereld boven de poolcirkel, meer dan tweeduizend kilometer boven Heerenveen. Het gezin verhuisde al snel naar Mo I Rana, tachtig kilometer ónder de poolcirkel. Het is een gebied waar zich het spectaculaire verschijnsel de middernachtzon voordoet. Van 20 mei tot 23 juli gaat de zon er niet onder, terwijl hij van 27 november tot 15 januari niet opkomt. Daardoor leven de bewoners er anderhalve maand in absolute duisternis. Mo I Rana ligt aan de kop van de Ranafjord, die bijna tachtig kilometer het land indringt. Het stadje telt 26 duizend inwoners. De staalfabriek Norsk Jernverk is de belangrijkste werkgever. Vader Sollied werkte daar, zijn zonen hadden er vakantiewerk. Pa was bovendien schansspringer. Mo I Rana heeft een indrukwekkende skischans en drie skiclubs. Trond Sollied adoreerde als kind Eusebio, maar was tevens een goed karabijnschutter.

Trond Sollied begon bij de lokale voetbalclub USL Selfors. Ambitieus als hij was, koos hij al snel voor derdeklasser Staalkameratene en in 1976 voor tweedeklasser Mo Idrettslag. Met die club speelde hij in 1980 de halve bekerfinale tegen de latere winnaar Vålerengen. Het Sagbakken Stadion was met twaalfduizend toeschouwers uitverkocht. In 1981 verhuisde Sollied naar Oslo, duizend kilometer van huis. Hij ging daar lichamelijke opvoeding en economie studeren en Vålerengen werd zijn nieuwe club. Na twee landstitels werd hij in 1985 verkocht aan Rosenborg BK. Daar won hij zijn derde landstitel en het 150 duizend inwoners tellende Trondheim werd voetbalgek. Sollied bleef er tot 1991. Nadat hij nog twee landstitels had veroverd, de beker twee keer had gewonnen en vijftien interlands voor Noorwegen had gespeeld, werd hij assistent van trainer Nils Arne Eggen. Daarnaast gaf hij les aan de sporthogeschool Adolf Oien Skole en aan de Universiteit van Trondheim.

In 1992 debuteerde Sollied als speler-trainer bij FC Bodø Glimt. Dit vissersstadje met 36 duizend inwoners ligt 720 kilometer boven Trondheim aan de monding van de Saltfjord. Hij bleef ook docent aan de Universiteit van Trondheim. Hij reisde dagelijks heen en weer met het vliegtuig. De club promoveerde meteen naar de eerste klasse en won de beker. Sollied professionaliseerde FC Bodø Glimt en bleek een geweldige inspirator. Hij had een duidelijke voetbalfilosofie, ging systematisch te werk en wist opvallend goed en duidelijk uit te leggen wat hij wilde.

Sollied keerde in 1997 terug naar Rosenborg BK, eerst opnieuw als assistent van Eggen en later als hoofdtrainer. Hij werd kampioen en maakte indruk in de Champions League door in de kwartfinale pas ten onder te gaan tegen Juventus. Sollied werd er op handen gedragen, vanwege zijn analytische vermogen en zijn kalme wijze van leidinggeven. Hij gaf de spelers de ruimte en stimuleerde het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Sollied probeerde hen op te leiden tot echte profs die voor zichzelf beslissingen kunnen nemen. Hij leerde veel van Gunder Bengtsson, de voormalige Feyenoord-coach die zijn trainer was bij Vålerengen, Egil Olsen leerde hem management voeren en hij liep stage in Nederland bij Rinus Michels en Wiel Coerver. In 1999 waagde hij de stap naar het buitenland, hij werd trainer van AA Gent. Na een uitstekend seizoen nam Club Brugge hem al over. In Brugge werd hij twee keer landskampioen, won hij twee keer de beker en ook nog twee keer de Super Cup. Hij kreeg het imago van de in zichzelf gekeerde coach die altijd ijzig kalm met een notitieboekje op de bank zat.

Na vijf jaar Club Brugge tekende hij een contract bij Olympiakos Piraeus. Ook in Griekenland werd Sollied kampioen en won hij de beker, maar hij kreeg ontslag na teleurstellende resultaten in de Champions League. Vorig jaar werd hij opnieuw trainer van AA Gent. En nu wordt SC Heerenveen zijn nieuwe werkgever. Sollied is een overtuigd aanhanger van het 4-3-3-systeem. Hij speelt altijd met vier zoneverdedigers, met de punt naar achteren op het middenveld, terwijl zijn aanval bestaat uit twee vleugelspitsen en een fysiek sterke centrumspits. Met zijn voetbalvisie past hij uitstekend bij SC Heerenveen en er kan niets misgaan, want Van der Velde struint nog steeds de wereld af op zoek naar talenten voor zijn levenswerk.

Bekijk hier al onze video's