Monoloog: Martijn Reuser
Dit seizoen keert Martijn Reuser (29) terug op de Nederlandse velden. Na een mooie tijd in Engeland bij Ipswich Town is hij nu een van de routiniers bij Willem II. Als jeugdspelertje werd hij een aantal keren benaderd door Ajax. Het duurde even voordat hij ja zei. Ik had er ook helemaal geen zin in.
Na een verblijf van ruim vier jaar in Engeland is het leuk weer terug te zijn in Nederland. Niet dat ik het niet naar mijn zin had, want ik heb daar een mooie tijd meegemaakt. Mijn kinderen zijn er onder meer geboren. Ik kan de hele periode beschouwen als een verrijking, zowel op het persoonlijke als het sportieve vlak. Het grootste verschil was dat het er maatschappelijk allemaal wat gemoedelijker aan toegaat. Het scheelde ook dat we niet in Londen woonden. In Ipswich is het leven rustig en veel minder gejaagd. In het begin waren mijn vriendin en ik erg op elkaar aangewezen. We hadden natuurlijk geen familieleden in de buurt, hadden nog weinig vrienden en daardoor ook weinig sociale verplichtingen. We moesten daar wel aan wennen, maar we hebben ons snel aangepast.
Vreemd is het dat ik nu in Nederland pas merk in wat voor ritme we in Engeland leefden. Het was bij Ipswich ook nooit een groot probleem als je per ongeluk wat later op de training verscheen. Bij Willem II is dat allemaal anders. Daar hoor je gewoon op tijd te zijn. De discipline is in Engeland sowieso een stuk minder strak. Ook mijn familie moest bij mijn terugkomst wennen. Ik ben een gezelligheidsmens en heb heel graag mensen om me heen. Ik merkte dat ik veel meer in mezelf was gekeerd. Sommige mensen vonden dat ik egoïstischer was geworden. Dat komt natuurlijk doordat we al die jaren met zijn tweeën hebben doorgebracht. We zaten praktisch afgesloten van de buitenwereld en dan is het logisch dat je het allemaal wat meer op jezelf betrekt. Nu hebben we ons oude leventje weer opgepakt, zien we familie en vrienden veel en staan we weer open voor anderen.
De eerste twee jaar in Engeland verliepen goed. Bij mijn debuut scoorde ik meteen, en ook in de promotiewedstrijd maakte ik een beslissende goal op het legendarische Wembley. Het eerste jaar van Ipswich Town in het Premiership verliep boven verwachting. We werden vijfde en ik scoorde de ene na de andere goal. Daar ben ik heel trots op. Er zijn maar weinig Nederlandse voetballers die in het Premiership hebben gespeeld en dan ook nog regelmatig hun doelpuntje meepikten. Helaas zijn we het jaar erop gedegradeerd. De laatste twee seizoenen verliepen mede door blessures en een trainerswissel niet zo goed. Ik raakte uit vorm en speelde minder wedstrijden. Ik heb er wel aan gedacht op zoek te gaan naar een nieuwe club en er waren ook serieuze mogelijkheden. Toch heb ik ervoor gekozen bij Ipswich te blijven. Het was niet zo dat ik helemaal niet meer aan spelen toekwam. Als er spelers geblesseerd waren had ik een invalbeurt of een basisplaats. Ook verdiende ik een geweldig salaris. Het werd in die tijd allemaal wat minder in de voetbalwereld en ik zou wel gek zijn geweest als in mijn contract zomaar had ingeleverd. Daar kwam ook nog bij dat ons eerste kindje net was geboren en we eindelijk een beetje gesetteld waren.
Het was wel een moeilijke keuze. Je moet een afweging maken. Kies je ervoor bij een mindere club altijd te spelen of blijf je zitten tegen een goed salaris en neem je genoegen met invalbeurten? Ik besloot nog even te blijven, al ging die beslissing misschien wel tegen mijn gevoel in. Het scheelde dat het een club uit Engeland betrof. De beleving van de mensen is er zo intens, de stadions zitten altijd vol.
Afgelopen voorjaar hebben we toch besloten terug te gaan. Het ging me te veel tegenstaan. Ik wilde voetballen en mijn vriendin wilde naar huis. We wilden de kinderen graag verder opvoeden in Nederland. De club was bereid me te laten vertrekken, ondanks een nog doorlopend contract. Het kwam ook Ipswich goed uit, want ik drukte toch zwaar op de begroting. Toen ik bij Ipswich tekende heb ik een contract getekend voor het Premiership en nu ze een divisie lager speelden, wilden ze graag van de duurdere jongens af. Het is een goede keuze geweest naar Nederland terug te gaan, blijkt achteraf. Ik voel me weer prettig en ik merk dat ik het leuk vind dat de mensen mij weer graag zien spelen.
Het vaderschap heeft mij niet echt veranderd. Je blijft wie je bent en je hebt nog steeds dezelfde karaktertrekken. Wat je wel merkt, is dat je een groter verantwoordelijkheidsgevoel hebt gekregen. Ik ben ook sneller geraakt als er op televisie beelden worden getoond van kinderen in bijvoorbeeld oorlogsgebieden. Het hebben van kinderen is best zwaar, maar zo ontzettend leuk! Er zit niet veel leeftijdsverschil tussen mijn kinderen. Sem is drie maanden en Luna anderhalfjaar. Het grappige is dat ik in mijn kinderen nu al karaktereigenschappen terugzie die ikzelf ook heb. Natuurlijk probeer ik alleen mijn goede eigenschappen op ze over te brengen. Ieder mens beschikt nou eenmaal ook over slechte karaktereigenschappen en al doe je nog zo je best ze te verbloemen, soms komen ze toch bovendrijven. Het is erg confronterend die eigenschappen terug te zien in je kinderen.
Zelf heb ik een leuke jeugd gehad. Tot mijn zesde heb ik in Amsterdam gewoond. Daarna vertrokken we naar Purmerend. Ik bleef wel voetballen bij Rood Wit A in Amsterdam. Ik moest dus iedere keer op en neer. Dat is nooit een probleem geweest voor mijn ouders. Toen ik op de mavo zat voetbalde ik bij Ajax. Ik was altijd op school, probeerde goed op te letten en pikte dingen redelijk snel op. Net genoeg om toch wel vrij gemakkelijk mijn diploma te halen. Daarna ging ik naar de middelbare detailhandelschool. Bij Ajax kreeg ik mijn eerste contractje en het werd lastiger school met voetbal te combineren. Uiteindelijk heb ik op tweetiende punt mijn diploma gemist. Ik baalde daar enorm van, want ik had graag mijn diploma gehad zodat ik eventueel een eigen zaak zou kunnen beginnen. Ook leek het mij een veilig gevoel dit achter de hand te hebben als je bijvoorbeeld ernstig geblesseerd raakt en er een voortijdig einde aan je carrière komt.
Toen ik negen was werd ik voor de eerste keer gevraagd door Ajax. Mijn vader was van mening dat Ajax vast nog wel een keertje terug zou komen als ze vonden dat ik zo goed was. Ik bleef dus bij Rood Wit. Twee jaar later benaderde Ajax mij opnieuw en weer zei ik nee. Ik wilde ook helemaal niet naar Ajax. Bij Rood Wit speelden mijn vriendjes en we voetbalden weleens tegen Ajax en wonnen dan ook. Het leken ook allemaal van die bravourejongetjes en daar wilde ik niet bij horen. Later, toen ik op veertienjarige leeftijd besloot toch naar Ajax te gaan, viel dat allemaal best mee. Ajax was eigenlijk een amateurclub, maar dan in het groot. Het enige verschil was dat het allemaal professioneler geregeld was, en dat je aan het einde van het jaar te horen kreeg of je weg moest of mocht blijven. Van mijn generatie ben ik samen met Arno Schaap de enige die is doorgebroken in het betaalde voetbal. Twee weken geleden overleed hij tijdens een wedstrijd van zijn amateurclub Hilversum. Ik ben nog naar de begrafenis geweest. Als er zoiets verschrikkelijks gebeurt ga je pas echt de betrekkelijkheid van het leven inzien.
In mijn eerste periode bij Ajax ben ik wel doorgebroken, maar ik was niet goed genoeg. Ik kwam in een totaal andere wereld terecht. Jongens zoals Rijkaard, de gebroeders De Boer en Blind beleefden het voetballen als een puur vak en zij benaderden het ook als zodanig. Het was voor mij erg lastig me hierin te verplaatsen. Ik was pas achttien en had geen idee hoe de voetbalwereld in elkaar stak. Als iedereen fit was speelde ik niet, maar het voordeel was wel dat Louis van Gaal de jeugd een kans gaf. Met Louis van Gaal kon goed opschieten, hoewel ik altijd wel iets te zeggen wil hebben. Hij begreep mij wel, ik was jong en als het dan toch mis dreigde te gaan was daar altijd nog Gerard van der Lem, die me uit de wind hield. Met deze selectie heb ik zon beetje alles gewonnen wat je maar kunt winnen. Een ervaring die ze je nooit meer afnemen.
Na Ajax werd ik uitgeleend aan Vitesse. Ik wilde meer spelen en bij Vitesse kreeg ik daar de kans voor. Het was de tijd dat alles kon. Ze hadden net een nieuw stadion, een goede selectie en er moest een aanval worden gedaan op de traditionele Top Drie. Henk ten Cate was er trainer en we speelde aantrekkelijk combinatievoetbal. In dat seizoen werd ik door toenmalig bondscoach Frank Rijkaard uitgenodigd voor de selectie van het Nederlands elftal. Dat was voor mij heel bijzonder, omdat ik nog met Rijkaard bij Ajax heb samengespeeld. Uit die selectie sprak veel waardering.
Uiteindelijk ben ik tot één interland gekomen. Kort daarna werd Ten Cate bij Vitesse ontslagen en opgevolgd door de Portugees Artur Jorge. Er werd gezegd dat hij goed Engels sprak, alleen hebben wij dat nooit kunnen ontdekken. Het was wel een heel aardige man, maar we hebben niet veel van hem geleerd. Met zijn opvolger Herbert Neumann heeft het nooit geboterd. Geen idee, maar vanaf het allereerste begin werkte het niet tussen ons. Hij vond mij veel te uitgesproken. Ik vertrok en keerde terug naar Ajax, waar Jan Wouters het niet in mij zag zitten. Hoewel ik een goede voorbereiding doormaakte. Niet veel later vertrok ik naar Ipswich Town.
Nu bij Willem II ben ik een van de routiniers. Jawel, het is zover. De eerste weken zijn me prima bevallen. Het is een leuke en traditionele club. De trainer, Robert Maaskant, is jong en ambitieus. Ik had na een aantal seizoenen in de First Division niet verwacht dat er een grotere club zou komen. Voor mijn gevoel moet ik eerst weer een paar jaar in Nederland voetballen om ooit nog een stapje hoger te maken. Ik voel me fitter dan ooit. Mijn lichaam is afgetraind en ik loop vooraan op de training. Dat is iets dat ik vanuit Engeland heb meegenomen. Daar trainen ze nog meer op fysiek. Ik ben niet echt een leiderstype. Daar ben ik niet serieus genoeg voor. Ik ben er wel van overtuigd dat ik een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een aantal jonge spelers. We hebben een mooie mix van jeugd en ervaring. Ik heb geen idee waartoe deze selectie in staat is. We zien wel wat voor een seizoen het wordt.