Na 22 jaar weer eens twee kampioenen in de Champions League-finale
Met Bayern München en Paris Saint-Germain staan er voor het eerst sinds 1998 weer eens twee kampioenen in de finale van de Champions League. Sinds ook niet-landskampioenen zich in 1997 konden plaatsen voor de Champions League gebeurde dat pas één keer eerder.
Of het nu de Europa Cup 1 heette of vanaf 1992 de Champions League: de strijd om de Cup met de Grote Oren ging altijd tussen de landskampioenen uit de verschillende Europese landen (afgezien van de titelhouders). Vanaf 1997 kwam daar echter verandering in. Naast de kampioenen kregen ook clubs die niet kampioen werden in hun land de kans om deel te nemen aan het meest prestigieuze toernooi van Europa.
Hoewel de Champions League als naam behouden bleef, ging de finale van het toernooi na deelname van niet-kampioenen alleen in 1998 nog tussen twee landskampioenen*: Real Madrid en Juventus. Real Madrid won met 1-0. Vanaf 1999 tot en met 2019 was er steeds minstens één niet-landskampioen die het ook voor elkaar kreeg om de finale van de Champions League te halen.
Met Bayern München en Paris Saint-Germain is die bijzondere trend nu weer doorbroken. Bayern werd in het seizoen 2018/2019, het seizoen waarmee deelname aan het huidige Champions League-seizoen werd afgedwongen, kampioen onder Niko Kovac met twee punten voorsprong op Borussia Dortmund. PSG werd met een straatlengte van zestien punten voorsprong op Lille ook kampioen van Frankrijk.
* Het gaat om clubs die in het seizoen ervóór landskampioen werden. Clubs plaatsen zich immers via een landskampioenschap in het ene seizoen voor het Champions League-seizoen daarna.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login