Overwinning op Barça belooft veel goeds voor Atlético
De titel verdedigen in de Champions League; het is opnieuw een utopie gebleken. Barcelona werd ook dit seizoen weer goede kansen toegedicht om een einde te maken aan die vloek, maar voor de vierde keer ging het als bekerhouder mis voor de Catalanen. Ditmaal was Atlético Madrid het zwarte beest.
Atlético toont opvallend veel gelijkenissen met de ploegen waarop Barça zich de vorige drie keren stukbeet als regerend kampioen. Ook Liverpool (2006/07), Internazionale (2009/10) en Chelsea (2011/12) waren elftallen die voor elke meter knokten en elkaar niet in de steek lieten. Het bleken telkens de ingrediënten om een superieur geacht Barcelona te verslaan. En om door te stoten naar de finale, of in veel gevallen zelfs de titel.
Woensdagavond werd het Atlético van Diego Simeone de volgende ploeg die de code heeft gekraakt. De Rojiblancos deden het in 2013/14 ook al in de kwartfinale, maar toen was Barça geen titelverdediger. Net als toen lag het surplus aan kwaliteit bij de Catalanen, maar was het de knokploeg uit Vicente Calderón die doorstootte naar de halve finale. Een scenario dat Fernando Torres, dinsdagavond geschorst voor de return maar trefzeker in Camp Nou, maar al te goed kent.
In 2012 was Chelsea immers de laatste ploeg die Barcelona de weg versperde naar titelprolongatie. Misschien nog wel meer dan Atlético had de ploeg van toenmalig manager Roberto Di Matteo het compact verdedigen tot kunst verheven. The Blues parkeerden de bus in Camp Nou en hadden na de 1-0 zege op Stamford Bridge, dankzij een goal van Didier Drogba, genoeg aan 2-2 in Barcelona. Ramires en Torres schoten raak uit twee dodelijke counters.
Het Inter van José Mourinho dat in 2009/10 uiteindelijk de Champions League won, kon ook al bogen op een hechte defensieve organisatie. Maar zonder de klasse van mannen als Samuel Eto'o, Maicon, Diego Milito en Wesley Sneijder had dat in Milaan nooit tot een 3-1 zege kunnen leiden. Die overwinning, met een goal een assist van Sneijder, was vervolgens genoeg om in Camp Nou negentig minuten lang te overleven. Het bleef bij een late goal van Gerard Piqué: 1-0.
Inter en Chelsea gingen er na het uitschakelen van Barça in de halve finale uiteindelijk ook vandoor met de titel. Dat gold in 2007 niet voor Liverpool. Toch was ook het team van Rafael Benítez het toonbeeld van teamspirit en onverzettelijkheid tegen een Catalaans elftal vol klasse: voorin liepen destijds nog Ronaldinho en Eto'o, samen met een piepjonge Lionel Messi (19). Craig Bellamy en John Arne Riise zorgden echter voor een absolute sensatie in Camp Nou: 1-2.
Liverpool zou met de hakken over de sloot doorgaan na een 0-1 nederlaag op Anfield en ondanks een late treffer van Dirk Kuijt verliezen van AC Milan in de finale (1-2). Het is een van de weinige keren dat de bedwingers van Barcelona de laatste jaren níét de Champions League wonnen. Manchester United deed het in 2007/08 en Bayern in 2012/13. Het was Atlético in 2014 niet gegund na een zinderende finale tegen Real (1-4 n.v.). Daar kunnen de mannen van Simeone zich nu voor revancheren.
Seizoen | Eindstation | Bedwinger |
2005/06 | Winnaar | - |
2006/07 | Achtste finale | Liverpool |
2007/08 | Halve finale | Manchester United* |
2008/09 | Winnaar | - |
2009/10 | Halve finale | Internazionale* |
2010/11 | Winnaar | - |
2011/12 | Halve finale | Chelsea* |
2012/13 | Halve finale | Bayern München* |
2013/14 | Kwartfinale | Atlético Madrid |
2014/15 | Winnaar | - |
2015/16 | Kwartfinale | Atlético Madrid |
* won dat seizoen uiteindelijk de Champions League.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login