Park en Lee kunnen echt wel voetballen
Doodgeschrokken waren ze zich. Young-Pyo Lee en Ji-Sung Park waren ruim een jaar in Nederland en dachten dat ze naar behoren presteerden. Aanvoerder Mark van Bommel dacht daar anders over en liet dat in het voorjaar van 2004 weten in Voetbal International. 'Ze zijn er wel, maar daar heb je 't ook mee gezegd. Ze hebben potentie maar na een jaar mag je progressie verwachten.'
Dit seizoen geven de Zuid-Koreanen antwoord. Het tweetal is onvermoeibaar en heeft een flinke bijdrage aan het kampioenselftal. In zijn eentje bestrijkt Lee de hele linkerflank en verzorgde al acht assists. Alleen Van Bommel deed dat vaker.
Park is net zo'n loopwonder. Overal is de jongste van het tweetal te vinden. En de laatste maanden is hij steeds gevaarlijker in de buurt van het vijandelijke doel. De schuchtere Aziaat die maandenlang kampte met heimwee, is allang niet meer verlegen. Hij durft interviews in het Nederlands te geven en heeft zelfs de irritante eigenschap van Arjen Robben overgenomen om zich te pas en te onpas op het gras te laten smakken.
Park: 'Het heeft me enorm geholpen dat Guus Hiddink altijd in mijn is blijven geloven. In mijn leven als voetballer is hij de allerbelangrijkste persoon die ik ooit ben tegengekomen. Niet alleen qua voetbal heb ik veel van hem geleerd, maar ook als mens.'
Lee weet dat hij dit seizoen de beste linksback van de Nederlandse competitie is. 'Door het vertrek van Robben heb ik ook meer de ruimte gekregen om aan te vallen. Of ik ooit ondersteboven gespeeld ben? Het zou best kunnen dat mijn tegenstanders toevallig altijd een slechte dag hebben.'
Buiten het veld trekt het tweetal veel met elkaar op. Ze zijn boezemvrienden geworden, ook al blijft er één groot verschil. Park: 'Lee probeert me nog steeds te bekeren maar hij heeft me nog altijd niet kunnen overtuigen.'