Robben: 'Ik wil de jongens niet teleurstellen'
In Voetbal International 23, het dubbeldikke WK-nummer dat vanaf woensdag in de winkel ligt, komt Arjen Robben uitgebreider aan het woord. Hij spreekt onder meer over de ernst van zijn blessure, de vertrouwensband tussen hem en de bondscoach en de kans op een WK-titel voor Oranje.
Met fysiotherapeut Dick van Toorn werkt Arjen Robben sinds afgelopen maandag in Rotterdam aan het herstel van zijn hamstringblessure. Even stortte zijn wereld in toen hij zaterdag tegen Hongarije (6-1), na een subliem optreden én twee doelpunten, de kwetsuur opliep. Voetbal International sprak met Robben. 'Ik heb juist een hoge pijngrens.'
De verbijstering was afgelopen zaterdag groot toen jij geblesseerd het veld verliet. Wat waren jóúw gedachten?'Mijn wereld was voor even ingestort, maar ik ben niet in een hoekje van de kleedkamer gaan zitten janken. Ik heb mezelf snel weer opgeraapt. Ik ben strijdvaardig, ik wil naar het WK! De sfeer in de groep is zó goed, we hebben zó veel plezier en zó veel kwaliteiten met die gasten voorin. Als ik zag hoe iedereen meteen met mij meeleefde, de mensen zijn zó bezorgd. Dat geeft mij een enorme motivatie om snel terug te komen. Ik wil de jongens niet teleurstellen.'
Hoe reëel is de kans op een snelle rentree?'Ik wil me nergens op vastpinnen. Het belangrijkste is: er is een kans, dat is het enige dat telt.'
Waar denk jezelf aan?'Het kan in een week weer goed zijn, het kan ook drie weken duren. Garanties zijn er niet. Ik moet afwachten hoe deze week verloopt en op basis daarvan kunnen we zeggen wat realistisch is. Er moet progressie in mijn herstel zitten, dat bekijken we van dag tot dag. Als ik goede progressie boek en er is uitzicht op een rentree, dan stap ik in het vliegtuig naar Zuid-Afrika.'
Wat gebeurde er nou precies?'Het klinkt misschien gek, maar ik ben topfit. Alles lukte tegen Hongarije. Ook al had ik in de slotfase nog twintig sprints moeten maken; geen probleem. Ik heb met andere medische specialisten gesproken; dit had puur met de beweging te maken. Ik zette een te grote stap, waardoor er te veel spanning op dat been kwam en de hakbal die ik wilde maken mislukte. Zelfs Dirk Kuijt had dit kunnen overkomen, het had niets met mijn fysieke gestel te maken. Helemaal niets. Het zijn gewoon ongelukkige blessures. Mijn verleden staat hier helemaal los van.'
Je doelt op je blessureverleden.'Ja, ja, man van glas, mietje, dat soort dingen. Blablabla. Ik heb juist een hoge pijngrens. Er wordt nu weer van alles bijgehaald, maar dat is onzin, het heeft er niets mee te maken. Dat is wel irritant, maar van dat stempel kom ik toch niet meer af. Ik heb wel mijn blessures achter de rug, maar ik heb de afgelopen twee jaar geen hamstringklachten gehad.'
(Anton Lippold)