Rubin Kazan moet doen waar ijshockeyers faalden

Afgelopen seizoen kroonde Zenit Sint-Petersburg zich tot de tweede kampioen van het moderne Rusland van buiten Moskou. Onverwacht heeft zich een nieuw gevaar gemeld voor de jarenlange Moskouse overheersing.

De 2-0 overwinning op Dinamo Moskou was vrijdag al de zevende zege op rij voor Rubin Kazan. Niet alleen is de voorsprong op nummer twee Lokomotiv Moskou inmiddels gegroeid tot zeven punten, het succes is ook een plaats in geschiedenisboeken waard. Nimmer begon een club in de Russische competitie met zeven zeges op rij.

De perfecte seizoensstart dankt Rubin Kazan voor een belangrijk deel aan de (financiële) inspanningen van de plaatselijke autoriteiten. Die willen het vijftigjarige bestaan van de club met een Russische titel extra luister bijzetten, en daarmee en passant de autonome deelrepubliek Tatarstan op de kaart zetten. In Tatarstan, dat op de grens tussen Europa en Azië ligt, hebben ze een slecht voorbeeld. Een vergelijkbare poging de plaatselijke ijshockeyers aan succes te helpen, bleek in 2005 tevergeefs. Ondanks een stevige financiële injectie bleef de landstitel achterwege, die als onderdeel van de millenniumfestiviteiten van de stad Kazan was gepland.

Mintimer Sjajmiejev, president van Tatarstan, heeft niet openbaar gemaakt hoeveel geld in Rubin is gepompt. Naar verluidt heeft trainer Koerban Berdjev dertig miljoen euro tot zijn beschikking gekregen. Savo Milosevic (foto), Sergei Rebrov en Gökdeniz Karadeniz zijn enkele bekende namen die naar Kazan zijn gelokt. In totaal verwelkomde Berdjev veertien nieuwe spelers.

Berdjev is niet de persoon die uitbundig en uitgebreid zijn licht laat schijnen over de verrassende opmars van Rubin Kazan. De coach, die in 2004 ook vice-voorziter werd, zwijgt liever. Zijn ploeg laat ook geen aansprekend voetbal zien. De defensieve tactiek heeft wél geleid tot een prima start van het seizoen en een solide basis voor het ultieme doel: de titel.