Spaanse clubs domineren strijd om Europese Super Cup
Voor het derde jaar op rij is de strijd om de Europese Super een volledig Spaanse aangelegenheid. Tijdens de laatste tien edities kwam het slechts twee keer voor dat er een Primera División-club ontbrak tijdens de start van het Europese seizoen.
Als Champions League-winnaar Real Madrid en Europa League-houder Sevilla het dinsdagavond om 20.45 uur tegen elkaar opnemen in het Noorse Trondheim, is al duidelijk dat de UEFA Super Cup voor de zevende keer in acht jaar naar Spanje gaat. Bayern München (na penalty's tegen Chelsea) was in 2013 de club die de Spaanse hegemonie doorbrak. Daarvoor was Zenit Sint-Petersburg (2008, 2-1 tegen Manchester United) de laatste winnaar die niet uit Spanje kwam.
In de jaren daarna gingen Barcelona (als CL-winnaar in 2009 en 2011) en Atlético Madrid (als EL-winnaar in 2010 en 2012) aan de haal met de Super Cup, die toen nog jaarlijks in Monaco was op te pikken. De laatste twee jaar kon Sevilla het voorbeeld van Atlético niet volgen in de Spaanse onderonsjes met CL-winnaars Real (2-0, foto) en Barcelona (5-4 na verlenging), zoals het in 2007 al verloor van AC Milan (3-1).
Sevilla staat vanavond net als Real Madrid alweer voor de vijfde keer aan de aftrap, maar alleen bij de eerste keer leverde dat de Andalusiërs een prijs op. Tegen Barcelona werd het in 2006 maar liefst 3-0 voor de inmiddels vijfvoudig houder van de UEFA Cup/Europa League. Real Madrid won vier jaar eerder ten koste van Feyenoord voor het eerst de Super Cup door Feyenoord te verslaan (3-1, foto midden).
Tot dan toe was Real weinig succesvol geweest. Respectievelijk Chelsea en Galatasaray waren in 1998 en 2000 te sterk voor de toenmalig CL-winnaar, waardoor De Koninklijke pas na het winnen van de negende Europa Cup I eindelijk de Super Cup bemachtigde. Toen de Madrilenen tussen 1956 en 1960 vijf keer op rij en in 1966 nogmaals de beste van Europa waren, bestond de prijs nog niet.
Sinds Ajax in 1973* de eerste winnaar van de Europese Super Cup was, wonnen Barcelona en AC Milan de trofee daarom het vaakst. Ook uit de algehele historie blijkt de Spaanse suprematie. De Zuid-Europese grootmacht leverde dertien keer de winnaar en ook nog eens elf verliezend finalisten. Meer dan de helft van die Spaanse clubs streed deze eeuw om de Super Cup.
Club | Zeges | Verloren |
Barcelona (Spa) | 5 (1992, 1997, 2009, 2011, 2015 | 4 (1979, 1982, 1989, 2006) |
AC Milan (Ita) | 5 (1989, 1990, 1994, 2003, 2007) | 2 (1973, 1993) |
Liverpool (Eng) | 3 (1977, 2001, 2005) | 2 (1978, 1984) |
Real Madrid (Spa) | 2 (2002, 2014) | 2 (1998, 2000) |
Ajax* (Ned) | 2 (1973, 1995) | 1 (1987) |
Anderlecht (Bel) | 2 (1976, 1978) | 0 |
Valencia (Spa) | 2 (1980, 2004) | 0 |
Juventus (Ita) | 2 (1984, 1996) | 0 |
Atlético Madrid (Spa) | 2 (2010, 2012) | 0 |
FC Porto (Por) | 1 (1987) | 3 (2003, 2004, 2011) |
Sevilla (Spa) | 1 (2006) | 3 (2007, 2014, 2015) |
Bayern München (Dui) | 1 (2013) | 3 (1975, 1976, 2001) |
Manchester United (Eng) | 1 (1991) | 2 (1999, 2008) |
Chelsea (Eng) | 1 (1998) | 2 (2012, 2013) |
*Ajax won de prijs in 1972 ook door over twee wedstrijden van Glasgow Rangers te winnen, maar de UEFA erkent die editie van de Super Cup niet.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login