Stam zet Milan op het goede spoor tegen Inter
AC Milan deed wat het moest doen in de eerste wedstrijd in de kwartfinale van de Champions League tegen Internazionale: thuis winnen zonder een tegengoal te incasseren. Jaap Stam was in beide opzichten van groot belang (2-0).
De 32-jarige gigante vocht menig robbertje uit met handenbinder Obafemi Martins, die in de basis startte omdat Adriano (geblesseerd) en Christian Vieri (niet helemaal fit) niet aan de aftrap verschenen. Stam had het moeilijk maar bleef vrijwel altijd op de been.
Niet alleen Stam moest het uiterste van zichzelf vergen maar ook Dida. De Braziliaanse doelman van Milan voorkwam met drie puike reddingen dat Inter in de eerste helft op een verdiende voorsprong kwam. De ploeg van Roberto Mancini had minder de bal maar creëerde veel makkelijker kansen.
Dat AC Milan toch met een voorsprong ging rusten, mocht dan ook een klein wonder heten. Andrea Pirlo krulde een vrije trap voor het doel, waarna Stam bij de tweede paal raak kopte in de blessuretijd: 1-0.
Na rust nam Milan het initiatief steviger in handen. De rossoneri schroefden het tempo op en hadden steeds minder te duchten van de gehate stadgenoot. Andrei Sjevtsjenko besliste het duel een kwartier voor tijd. Terug na bijna twee maanden blessureleed kopte hij op identieke wijze als Stam de 2-0 binnen.
Inter probeerde in de slotfase nog wel die belangrijke uitgoal te forceren. Andy van der Meyde viel in en gaf de bezoekers wat inspiratie. Giorgios Karagounis knalde vlak voor het einde nog op de paal, maar de 2-1 bleef uit, waardoor Milan voor de zevende keer in negen Champions Leaguewedstrijden de nul hield en Inter de tweede nederlaag in 46 duels bezorgde.