Steeds minder plek voor eigen talent bij koopclub Barça

Martín Montoya was deze maandag met zijn transfer naar Valencia alweer de derde speler uit eigen gelederen die deze transferperiode besloot Barcelona achter zich te laten. Verdediger Marc Bartra (Borussia Dortmund) en aanvaller Sandro Ramírez (Málaga) gingen de rechtsback voor, omdat ook zij geen kans zagen een basisplaats te veroveren in het elftal vol peperdure vedetten van coach Luis Enrique.

De tijd dat het basiselftal voor een groot deel uit spelers uit de eigen opleiding bestaat, is dan ook voorbij. Rond de Champions League-zege van 2011 waren er acht afkomstig uit de eigen opleiding, al werd er ook onder het bewind van Pep Guardiola al jaarlijks met geld gesmeten (340 miljoen in vier jaar tijd). Inmiddels staan alleen Gerard Piqué, Sergio Busquets, Andrés Iniesta en Lionel Messi nog op het wedstrijdformulier als trainer Luis Enrique zijn beste elftal formeert. De in Barcelona opgeleide maar bij Valencia doorgebroken Jordi Alba kan ook nog worden meergerekend.

De van Villarreal teruggekochte Denis Suárez mag weliswaar hopen op een nieuwe kans, vooraan in de rij staat de 22-jarige technicus allerminst. André Gomes kwam voor 35 miljoen euro over van Valencia, waardoor zelfs de twee jaar geleden aangetrokken Ivan Rakitic alweer moet vrezen voor zijn basisplaats op het middenveld. Voorin is de concurrentie met Neymar, Luis Suárez en Messi nog altijd moordend.

Het is veelzeggend voor het perspectief van eigen talenten als Sergi Roberto (inmiddels alweer 24), Rafinha (23), de al twee keer verhuurde Cristian Tello (24) en Munir El Haddadi (20). Vooral omdat die laatste nog moet vrezen dat Barça een extra aanvaller haalt, zoals Luis Enrique al aankondigde, om meer opties te hebben bij een eventuele blessure van een van de drie sterren voorin.

Ook achterin is het bijna niet meer mogelijk een basisplaats te veroveren. In plaats van Bartra – die op eigen verzoek naar Borussia Dortmund vertrok - een kans te geven, trok Barcelona 25 miljoen euro uit voor het aantrekken van de Franse EK-ganger Samuel Umtiti. Zelfs voor de concurrentie van Jordi Alba op de linksbackpositie kiezen de Catalanen niet meer voor een speler uit de eigen opleiding. Paris Saint-Germain kreeg 16,5 miljoen euro, zodat Lucas Digne die rol kan gaan vervullen.

Dus is de kans groot dat ook andere ambassadeurs van La Masía vroeg of laat de deur achter zich trekken, nu Barça zelfs geld uitgeeft voor het aantrekken van reserves. Vorige zomer vertrokken met Pedro, Adama Traoré, Gerard Deulofeu, de inmiddels teruggekeerde Suárez en de afbouwende Xavi eveneens al vijf exponenten van de jeugdopleiding. In 2014 waren dat er met Carles Puyol (gestopt), Víctor Valdés, Isaac Cuenca, Jonathan dos Santos en Bojan Krkic zelfs zes, de van Arsenal teruggekochte Cesc Fàbregas (naar Chelsea) meegerekend.

Daartegenover staan torenhoge uitgaven op de transfermarkt. Mede door de komst van Neymar en Suárez zijn die over de laatste drie seizoenen gestegen tot boven de 300 miljoen euro. En dat geld ging behalve de twee Zuid-Amerikaanse wereldsterren verder vooral naar keepers, verdedigers en middenvelders, van wie er maar weinigen echt zijn uitgegroeid tot onomstreden basiskracht. Het laat één ding zien: voor eigen talent is in Camp Nou steeds minder plaats. Ook Barcelona is eerst en vooral een koopclub.

• Meer over

• Barcelona
• LaLiga 2016/2017