'Toename gebruik steroïden bij profvoetballers'

Tussen 2008 en 2013 hebben wetenschappers uit twaalf antidopinglabs ruim vierduizend urinestalen onderzocht van bijna negenhonderd topvoetballers. Bij 7,7 procent van de stalen werden opvallende testosteronwaarden gevonden, die kunnen wijzen op het gebruik van steroïden. Bij gelijkaardige dopingtests in een verder verleden was dat amper 1,3 procent.

'Als deze resultaten kloppen, is dat zeer alarmerend', reageert Julien Baker, dopingexpert aan de University of the West of Scotland. 'Want dan wil dat zeggen dat er in enkele van de grootste Europese competities steroïdemisbruik heerst. En dan heeft het voetbal een groot probleem.'

Perikles Simon, een Duitse dopingexpert, vindt echter dat de cijfers uit de studie met een korreltje zout moeten worden genomen. 'Het is zeer moeilijk uit te maken of hoge testosteronwaarden biologisch tot stand komen, of door externe factoren. Ik vind een cijfer van 7,7 procent inzake opvallende testosteronwaarden te hoog gegrepen.'

'Deze studie biedt op geen enkele manier een wetenschappelijk bewijs van mogelijk dopinggebruik in het voetbal', reageert de UEFA. 'De studie toont wel aan dat de invoering van een biologisch paspoort in het voetbal gunstig kan zijn omdat het de mogelijkheid zou bieden bijkomende analyses uit te voeren in het geval van atypische resultaten. De UEFA hanteert al jaren een streng antidopingbeleid. We voeren jaarlijks ruim tweeduizend controles uit en met slechts twee positieve gevallen, allebei na inname voor recreatief gebruik, is er het bewijs dat doping in het voetbal zeldzaam is.'