Trapani zet het Italiaanse wilde westen op de voetbalkaart
Trapani staat op de drempel van de Serie A. Een profiel van de club die de meest afgelegen streek van Italië een gezicht geeft.
Pas als je in Trapani geweest bent, besef je hoe groot Italië is. Het stadje ligt op de uiterste westpunt van Sicilië. Hier is Tunesië dichterbij dan het Italiaanse vasteland. Niet alleen in letterlijke zin, want door de lange Arabische overheersing van West-Sicilië heeft Trapani net als veel steden in deze streek Noord-Afrikaanse kenmerken.
Vanaf Milaan ben je met de auto en boot naar Trapani bijna een dag onderweg. Eenmaal op Sicilië ben je er nog lang niet, want even na Palermo houdt de autostrada op en wacht een kilometerslange tocht over slingerende zestigkilometerweggetjes langs spookdorpen, wijngaarden en steengroeven. Pas daarna verschijnt Trapani, het hart van het meest verlaten deel van Sicilië. Vanuit de haven kun je op een heldere dag Afrika zien liggen.
Het zou zomaar kunnen dat er op deze plek over een paar maanden Serie A-voetbal gespeeld wordt. En dat is volledig van de gekke. Want Trapani was zes jaar geleden nog een amateurclub en had tot 2012 nog nooit in de Serie B gespeeld. De thuishaven, Stadio Polisportivo Provinciale (capaciteit 7.500), heeft amper vier tribunes. Of je moet de Monte San Giuliano meerekenen, de berg die boven de stad en het stadion uittorent en de toeristische trekpleister Erice huisvest.
Deze streek was tot voor kort in Italië alleen bekend vanwege de grootschalige zoutindustrie, de wereldberoemde wijnen uit Marsala en de schitterende Egadische eilanden. Voetbal op Sicilië was Palermo, Messina en Catania. Maar voetballen blijken ze in Trapani ook te kunnen. En een stuk beter zelfs dan in Catania en Messina, want deze voormalige Serie A-clubs uit steden met samen een half miljoen inwoners streden dit seizoen tegen degradatie naar de amateurdivisies.
Bekende spelers heeft Trapani niet. Nooit gehad ook. Of je moet Marco Materazzi meetellen. Hij speelde er als tiener ooit een handvol duels. Het verhaal achter aanvaller Nicola Citro verdient echter een podium. Hij ploeterde jarenlang in de amateurdivisies en had een voetbalcarrière al uit zijn hoofd gezet, toen Trapani twee jaar geleden ineens voor zijn deur stond. Citro hapte toe en maakte op 25-jarige leeftijd zijn debuut als prof. Twee jaar later staat hij als clubtopscorer van de nummer drie van de Serie B op de drempel van het Italiaanse voetbalwalhalla.
Al achttien wedstrijden op rij is Trapani ongeslagen. Een promotiefinale over twee duels met Pescara (zondag en donderdag 20.30 uur) is het piepkleine provincieclubje verwijderd van het grootste succes uit zijn verder volledig nietszeggende geschiedenis. De Serie A is gewaarschuwd, het wilde westen komt eraan.