Van Gaal en Wilmots wisselkoningen, vuurwerk pas na rust
Het WK van 2014 is er vooralsnog eentje van de wisselspelers, met name die van Nederland en België, en de tweede helft.
Nu alle achtste finales achter de rug zijn en de kwartfinales voor de deur staan, kan zo langhamerhand écht de conclusie getrokken worden dat er dit WK een glansrol is weggelegd voor invallers. Met name bondscoaches Louis van Gaal (Nederland) en Marc Wilmots (België) blijken een gelukkige hand van wisselen te hebben.
Dat blijkt alleen al uit de achtste finales die beide landen speelden. Tegen Mexico kwam Klaas-Jan Huntelaar een kwartiertje voor tijd van de bank, om in de extra tijd vanaf de penaltystip de winnende 2-1 binnen te schieten. Namens de Belgen scoorde Romelu Lukaku in de verlenging de 2-0 tegen de Verenigde Staten, die vanwege het latere tegendoelpunt van de Amerikaan Julian Green (ook invaller) goud waard bleek te zijn.
Zowel Van Gaal als Wilmots zag vier keer hoe een door hem ingebrachte speler doel trof. Voor Nederland betekende dat 33 procent van het totaal aantal treffers (twaalf), voor de Rode Duivels namen de supersubs liefst 66 procent van de zes goals tot nu toe voor hun rekening. Bij Zwitserland scoorden invallers in totaal drie keer, terwijl dat aantal bij Duitsland, Colombia en de VS twee was.
In totaal werd er tijdens dit WK vooralsnog 153 keer gescoord, 29 doelpunten (bijna een vijfde van het totaal) kwamen daarbij van invallers. Wat verder opvalt is dat er slechts 55 goals (iets meer dan 35 procent) in de eerste helft vielen. Bijna zestig procent (91 goals) viel in de tweede helft, terwijl er ook zeven goals werden gemaakt in de verlenging. Dat laatste komt neer op iets minder dan vijf procent.
Lange adem
Van de overgebleven acht ploegen zijn Frankrijk en Brazilië met vier treffers het gevaarlijkst voor de pauze. Nederland staat op die lijst voorlaatste met twee goals voor de pauze, maar doet het in ieder geval beter dan de aanstaande tegenstander Costa Rica (slecht één keer succesvol voor rust en dus hekkensluiter). Wat trefzekerheid in de tweede helft betreft staat Oranje fier aan kop met tien goals. Costa Rica maakte er vier na de pauze. Dat is net zoveel als Duitsland en Brazilië en zelfs eentje meer dan Argentinië.
De Belgen maken tot op heden helemaal naam als mannen van de lange adem. Zij scoorden in de eerste helft als enige kwartfinalist nog helemaal niet. Hun vier goals in de tweede helft vielen bovendien pas in de 70ste, 78ste, 80ste en 88ste minuut, terwijl de twee treffers tegen de VS pas in de verlenging (minuut 93 en 105) vielen te noteren. (Willem van Beeren & Dolf van Aert)
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login