Vrees voor vicieuze cirkel: 'Maximale belasting na minimale voorbereiding'
Inspanningsfysioloog Raymond Verheijen verbaast zich over clubbestuurders en trainers die nu al de agenda voor de komende maanden aan het invullen zijn. Hij meent dat er eerst even een goed kader moet worden geschetst.
'Veel mensen baseren zich in deze situatie niet op feiten, maar op de praktijk', stelt Verheijen in gesprek met VI. 'Hoe er nu wordt beredeneerd: voor 30 juni moeten alle wedstrijden zijn gespeeld. We hebben nog zoveel wedstrijden te spelen en kunnen hopelijk vanaf 6 april weer trainen. Dan hebben we pakweg twee weken voorbereiding. Mij is het veel te opportunistisch. Je moet een kader als vertrekpunt nemen.'
Volgens Verheijen is het meest vergelijkbare kader de zomervakantie, waarin spelers (die geen eindtoernooien spelen) gemiddeld drie tot vier weken vrij hebben. Hierna kiezen clubs ervoor om vijf à zes weken aan opbouw te doen. Verheijen vindt dat dit nu ook als vertrekpunt genomen moet worden.
'Spelers kunnen nu ook minimaal drie, vier weken niet samen trainen. De meest logische beredenering is dat we dus zes weken voorbereiding nodig hebben', zegt hij. 'Iedereen die dan begint te steigeren, stel ik vervolgens de wedervraag: "Waarom doen we het in de zomer dan wel zo?" Wel moeten we het kader finetunen. De zomerse voorbereiding bestaat uit twee factoren; conditieopbouw en nieuwe spelers inpassen. Dat is nu niet aan de orde. De vraag is dus hoeveel weken we af kunnen snoepen van die standaard van vijf of zes weken. Dat is bijna wetenschappelijk.'
Verheijen, die inmiddels meerdere trainers én spelers adviseert hoe ze de voetballoze periode door moeten komen, schat in dat de competitie in het gunstigste geval niet voor eind april herstart kan worden. 'Voetballers hebben minimaal drie weken nodig om bij een mogelijke herstart wedstrijdfit te geraken. En dat is alleen zo als we ervan uitgaan dat we op 6 april daadwerkelijk weer kunnen beginnen', benadrukt hij. 'Ik ben benieuwd of de bonden en clubs zich daar ook daadwerkelijk aan gaan houden. De belangen zijn erg groot. Vervolgens wordt het nog heel interessant om de fysieke belasting van de spelers in de gaten te houden: je gaat ze met een minimale voorbereiding in een ongetwijfeld zwaar schema maximaal belasten. Laten we hopen dat we vervolgens niet in een vicieuze cirkel terechtkomen.'
VI sprak naast Verheijen ook met een sportwetenschapper, een conditietrainer, een fysiotherapeut, een voedingsdeskundige en een mental coach. Wat betekent deze voetballoze periode voor het fysieke en mentale gestel van onze profs?
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login