Ajax is neergestreken in het oosten van het land. De landskampioen werkt een trainingskamp af in De Lutte en speelt twee oefenwedstrijden in het nabijgelegen Oldenzaal. Gisteren blameerden de Amsterdammers zich tegen de amateurs van Quick’20, maar toch zorgde de duidelijkheid van Erik ten Hag en Dusan Tadic voor een positief gevoel in de hoofdstad.
Issy Wevers. Het amateurseizoen moet nog beginnen, maar dit voetbaljaar kan voor de aanvaller van Quick’20 niet meer stuk. Na een vloeiende aanval zorgde hij tien minuten voor tijd voor de gelijkmaker tegen het grote Ajax. Het leverde euforische taferelen op in Oldenzaal, waar vijfhonderd toeschouwers aanwezig mochten zijn. Velen gehuld in een Ajax-shirt, maar toch klonk er veel gejuich bij de gelijkmaker. En na het laatste fluitsignaal.
Normaliter zijn dit potjes waar het telraam aan te pas moet komen, maar gisteren niet. Tweedeklasser Quick’20, voorheen een verdienstelijke topamateurclub maar overgestapt naar het zaterdagvoetbal, zorgde voor prima weerstand. Veelal op eigen helft, maar een dergelijke spelopvatting ervaart Ajax ook als het in de competitie speelt, en de amateurs kwamen er via de counter geregeld gevaarlijk uit. Aan de Amsterdammers was af te zien dat het eerder op de dag nog een training had afgewerkt. In de analyse na afloop voor de camera’s van ESPN gebruikte Erik ten Hag in een halve minuut vijf keer het woordje ‘slecht’. Dat was het ook.