Bij Almere City FC bleef het tot afgelopen zaterdag nog rustig op transfergebied, maar ook de ambitieuze club uit Flevoland is inmiddels los. Johan Hansma zorgde meteen voor een verrassing door Anthony Limbombe binnen te halen. De technisch manager vertelt over zijn eerste maanden bij Almere en de plannen van de club.
Het was een seizoen om snel te vergeten voor Almere. Als nummer vier van de Keuken Kampioen Divisie moest onder leiding van Gertjan Verbeek de laatste stap richting de Eredivisie worden gezet, maar het liep anders. De eerste twaalf speelrondes leverden slechts twee zeges op, de chemie tussen Verbeek en zijn spelersgroep was niet aanwezig. In plaats van naar boven kijken, kelderde Almere naar beneden, wat Verbeek uiteindelijk zijn baan kostte. In februari stond de club zelfs nog helemaal onderaan. Onder Verbeeks opvolger, Alex Pastoor, werd nog wel een serie van vijf overwinningen op rij neergezet. Meer dan de veertiende plaats zat er niet in, de laagste eindklassering van Almere sinds het seizoen 2013/14.
De laatste jaren groeide Almere City gestaag in de Keuken Kampioen Divisie, van de tiende plaats in 2015 naar de vierde in 2021. Het teleurstellende seizoen wat volgde betekende een tik, maar de ambities in Flevoland zijn overeind gebleven. Almere besloot om afscheid te nemen van Teun Jacobs en in zee te gaan met Johan Hansma, die eerder een technische functie had bij SC Heerenveen en via Futuralis Football Group ook twee seizoenen de technische zaken deed bij NEC. Futuralis richtte zich na de periode in Nijmegen op het begeleiden van spelers, maar Hansma zag een nieuwe kans als technisch verantwoordelijke zitten.
Ambitie
‘Ik heb altijd de ambitie gehad om in een mooi project te stappen en dat is Almere in mijn ogen’, vertelt Hansma, die op 1 april begon. ‘Ik heb een goed gesprek gehad en ik ben blij dat de club voor mij koos. Ik krijg de kans om Almere te helpen en die pak ik met beide handen aan.’ Daarnaast heeft Hansma een band met Flevoland, waar hij in 1969 in Marknesse werd geboren. ‘Ik woon tussen Almere en Zwolle in. In mijn tijd bij Heerenveen en NEC ben ik regelmatig bij Almere geweest, dus ik kende de club al en ik kende John Bes (algemeen directeur, red.) al. Het bevalt me hartstikke goed.’