De Eredivisie is alweer acht duels onderweg. Na een kwart-competitie is het tijd voor een eerste tussenbalans. VI bespreekt in de aanloop naar de negende speelronde alle achttien Eredivisie-clubs met een ervaringsdeskundige. In deze aflevering: Gertjan Verbeek over Almere City FC.
Oordeel dit seizoen
‘Teleurstellend. Dit zie je wel vaker bij ploegen in het tweede seizoen na de promotie. Bij Almere vallen de doelcijfers heel erg op: slechts twee voor en liefst negentien tegen. Ze creëren best nog wel wat kansen, maar het rendement is laag. Het is niet verwonderlijk dat ze staan waar ze staan. Ik had persoonlijk verwacht dat ze zich wat meer hadden kunnen versterken na vorig seizoen. Tot op heden komt dat het nog niet echt tot uiting.’
Almere kreeg volgens datamodellen te weinig. Trainer Hedwiges Maduro haalt dat weleens aan. ‘Dat begrijp ik niet. Als je geen echte afmakers hebt, dan is het gewoon een gebrek aan kwaliteit. Dus moet je je wel zorgen gaan maken. Als je een keertje zo’n wedstrijd hebt, is het een incident. Maar bij Almere is het wekelijks zo. Er zit geen verbetering is, het is elke keer hetzelfde liedje. We komen zo nog op spelers die tegenvallen of positief opvallen, maar eigenlijk valt iedereen tot nu toe tegen… Als trainer kun je niet het achterste van je tong laten zien. Maar Maduro kan én mag niet tevreden zijn over de kwaliteit die er op dit moment bij Almere rondloopt. Hansen is heel wisselvallig, Robinet heeft het niet, Guillaume is nog niet de oplossing. Het zijn geen koele afmakers en die heb je op het middenveld ook niet. Jochem Ritmeester van de Kamp is een goede speler, maar is ook geen scorende speler. Thom Haye heeft een goede trap, maar staat ook te ver van het doel van de tegenstander om zelf echt gevaarlijk te worden. Hij geeft eerder een assist uit een spelhervatting, maar dan moet iemand hem wel afmaken… Ik vraag me echt af wie dat gaat doen bij Almere.’
Robinet maakte vorig seizoen nog dertien doelpunten. ‘Maar nu niet, omdat hij minder kwaliteit om zich heen heeft. Als ik met oud-Heerenveen speel, gaat dat me veel makkelijker af dan bij de plaatselijke voetbalclub. Omdat je elkaar als oud-profs veel makkelijker begrijpt. Dan is met goede spelers ook zo. Dan hoef je veel minder te coachen omdat dat dingen heel logisch zijn. Hoe minder de kwaliteit wordt, hoe meer je begint bent met anderen op hun plek te zetten. Als jij dan de enige met persoonlijkheid bent en de drang hebt het op te lossen, kan dat inderdaad ten koste gaan van jezelf. En het is natuurlijk echt een vreemdelingenlegioen. Veel spelers kunnen niet coachen in hun moerstaal. Dat maakt alles moeilijker.’