KNVB-directeur Marianne van Leeuwen (63) gaat haar vierde jaar in als baas van het betaald voetbal. Veelal blijft ze buiten de schijnwerpers, maar voor de eerste interlandperiode van het nieuwe seizoen schoven we aan voor een gesprek over het EK, Oranje en de Eredivisie.
Welk gevoel resteert bij u na het EK?
‘Wat blijft hangen is dat we de wereld oranje hebben gekleurd en het land achter ons hebben gekregen. We zeggen hier tegen elkaar dat we in elk geval Europees kampioen fanbeleving zijn geworden. Maar het eindgevoel is ook dat we hadden willen winnen.’
U zat minder dicht op het elftal dan in Qatar, toen u in het spelershotel verbleef. Waarom?
‘Niemand wilde naar Qatar. Er waren weinig fans en sponsors, dus voor ons viel er niet veel te organiseren. Nu was dat anders. Voor onze partners hebben we flink uitgepakt, omdat we voor het eerst in lange tijd de gelegenheid hadden om wat te bieden tijdens een toernooi in de buurt. Ik ben die weken continu aan het werk geweest. Dat gaat over supporterszaken, sponsorreizen en onderhandelingen met autoriteiten. Met alles rondom de selectie hoefde ik me minder te bemoeien dan in Qatar, omdat we daar nu Nigel de Jong als directeur hebben. Ik kwam alleen af en toe langs in Wolfsburg.’