Ajax heeft in Alkmaar zijn laatste kans op een plek in de topdrie, en daarmee een eventuele terugkeer in de Champions League, verspeeld. Trainer John van ’t Schip gooide zijn principes overboord om een resultaat te halen, maar ook met een verdediger meer blijven de Amsterdammers defensief schutteren. ‘Het heeft niet gebracht wat we ervan hoopten.’
Amsterdamse bluf heeft plaatsgemaakt voor Amsterdamse nederigheid. Op bezoek bij AZ, dat toch ook niet bepaald de pannen van het dak speelde de afgelopen maanden, voelde Ajax-trainer John van ’t Schip zich genoodzaakt een extra verdediger op te stellen. Zes minuten na de aftrap lag de bal er vervolgens al in. In de tweede helft volgde de genadeklap: de 43ste tegengoal van dit Eredivisie-seizoen. Het zijn werkelijk ongekende cijfers in Amsterdam, met ook nog eens elf speelronden te gaan. Wat Van ’t Schip ook bedenkt, hij krijgt zijn verdediging maar niet dichtgemetseld. Dat probleem zit dieper dan een formatie, of een personele wijziging in de achterhoede, zoveel is inmiddels wel duidelijk. ‘Je kan er vijf of zes neerzetten achterin, maar als je niet goed verdedigt of persoonlijke duels verliest, dan blijven er evengoed kansen ontstaan’, concludeert Van ’t Schip.