Bijna een kwart eeuw na de eerste proefballon over een BeNeLiga verkennen de topclubs dan toch een fusiecompetitie. Ze betalen voor een onderzoeksbureau en vergaderden drie keer in het Philips Stadion. In hoeverre is het oude wijn, nieuwe zakken-idee nu wél kansrijk?
Atlantic League, BeNeLiga, EuroLeague, Balkan League, Benelux-liga, North Atlantic League Cup. Sinds de jaren negentig kwam het allemaal voorbij. Steeds als de economische verschillen in het topvoetbal een nieuwe dimensie bereiken, ontstaan er in de subtop ideeën voor fusiecompetities. Tot dusverre zonder resultaat, ook omdat de UEFA samensmeltingen altijd heeft verboden.
Wel is de aanvankelijke felle weerstand binnen het Zwitserse bolwerk de afgelopen jaren wat afgenomen. Waar in de jaren negentig en begin deze eeuw de grensverleggende initiatieven van vooral oud-PSV-voorzitter Harry van Raaij nog van tafel werden geveegd als onhaalbaar en bedreigend, is de laatste tien jaar een toenemend besef gekomen dat het samengaan van competities weleens de oplossing kan zijn om ook in de toekomst nog spannende en attractieve wedstrijden te behouden in de Champions League. Voormalig voorzitter Michel Platini was in 2009 de eerste UEFA-man die de deur op een kier zette. Hij signaleerde destijds dat de Balkan-competities minder sterke clubs voortbrachten vergeleken met de periode waarin ze nog samen onder de Joegoslavische vlag tegen elkaar speelden. ‘Ik heb daarom al eens gesproken over een Balkan-competitie’, zei Platini toen. ‘Nederland en België samen is ook een idee. Nu kan dat niet volgens de statuten van de UEFA. Maar het is wel iets waarop we moeten studeren om het Europese voetbal zo sterk mogelijk te krijgen.’