In een finale die Liverpool qua kansenverhouding volstrekt domineert, gaat Real Madrid er met de winst vandoor. Hoe de ploeg van Carlo Ancelotti het vindingrijke ontsnappingsvoetbal tot kunst heeft verheven.
In de finale zijn er weinig verrassingen op te merken in beide opstellingen, maar wel een paar flinke tactische keuzes. Carlo Ancelotti gokt op nogmaals een wilde tweede helft van zijn Real Madrid, en start met balafpakker Federico Valverde een balafpakker als defensief ingestelde rechtsbuiten.
Jürgen Klopp kiest voor zijn meest atletische basiselftal. Ibrahima Konaté krijgt de voorkeur boven Joël Matip, omdat de jonge Fransman meer atletisch vermogen biedt om de pijlsnelle diepteacties van Vinicius Júnior - die Liverpool in 2020/21 de das omdeden - op te vangen. Voorin verkiest Klopp de in hoogvorm verkerende nieuwkomer Luis Díaz boven Diogo Jota. Doordat de Colombiaan als linksbuiten start, mag Mané voor de elfde keer sinds de jaarwisseling als gelegenheidsspits starten.
Ondanks de 36 minuten vertraging vooraf is het wedstrijdbeeld zoals je dat van tevoren zou kunnen uittekenen. Liverpool zet vanaf de aftrap meteen felle druk naar voren op de opbouw van Real. Rechtsmid Jordan Henderson geeft hierbij het startsein, wanneer hij doorjaagt op centrumverdediger David Alaba. Vervolgens is het aan de Liverpool-captain en zijn drie spitsen om de Real-opbouw vast te zitten tegen de zijlijn.