Ajax heeft in De Klassieker een masterclass gegeven tegen Feyenoord. Hoe tijdens de 4-0 overwinning van Ajax de verdedigende organisatie bij Feyenoord totaal ontbreekt. Tactische analyse van de gigantische verschillen tussen Ajax en Feyenoord op dit vlak.
De moeizame wedstrijden van Ajax tegen FC Groningen, ADO Den Haag, RKC Waalwijk en Chelsea moeten Feyenoord hoop gegeven hebben op een resultaat in de Johan Cruijff Arena. In al die duels hebben de Amsterdammers moeite gehad om via het middenveld tot kansen te komen tegen een goed georganiseerde tegenstander. Alles wat er nodig is om de ruimtes klein te maken, ontbreekt echter bij de ploeg van Jaap Stam. Met name Rick Karsdorp en Eric Botteghin maken het strijdplan van Feyenoord tot een zelfmoordtactiek door steeds hun man te volgen.
Wanneer Feyenoord bij balbezit van Ajax op bovenstaande manier georganiseerd staat, is er nog weinig aan de hand. Met Karsdorp, Botteghin, Marcos Senesi en Ridgeciano Haps als viermansdefensie met Leroy Fer daar kort voor schept Feyenoord de voorwaarden om de ruimtes klein te maken. Zeker wanneer Luis Sinisterra, Jens Toornstra, Steven Berghuis en Luciano Narsingh zoals hier vlak voor Fer staan en Nicolai Jørgensen de enige aanvaller is. Dan is meeschuiven met de bal en de onderlinge afstanden bewaken voldoende om het voor Ajax moeilijk te maken om de creatieve aanvallers te bereiken.
Tenzij je - zoals Feyenoord in De Klassieker doet - probeert om te antwoorden op de positiewisselingen van Ajax met mandekking en daarmee de poort wagenwijd openzet voor een monsterscore.