In zijn tweede wedstrijd als Ajax-trainer ontdekt Erik ten Hag de achilleshiel van zijn elftal. Wanneer ploegen zoals FC Utrecht het centrum afsluiten, heeft Ajax nog altijd niet de dreiging aan de zijkant die nodig is om alsnog gevaarlijk te worden. De doelpuntloze remise tegen Utrecht is voor Ajax daarom een dubbele nederlaag.
Het is een vondst die het seizoen van Ajax een opleving heeft gegeven: Frenkie de Jong als inschuivende verdediger. Het indribbelen van het twintigjarige talent helpt Ajax aan de controle over het middenveld in de toppers tegen PSV (3-0), AZ (1-2) en Feyenoord (2-0). Al deze tegenstanders doen tactische aanpassingen om De Jong af te stoppen en graven daarmee uiteindelijk hun eigen graf. Utrecht bewijst op een dramatische grasmat dat een andere weg mogelijk is.
Jean-Paul de Jong stuurt zijn ploeg net als voorganger Erik ten Hag het veld in vanuit een 4-4-2-formatie met een ruit op het middenveld. Verdedigend wordt dat een 4-3-3, waarbij de aanvallende middenvelder tussen de twee spitsen komt. Het voorste trio probeert zich zo te positioneren dat de passlijnen naar het middenveld worden afgesloten. Vaak start de aanvallende middenvelder - Zakaria Labyad - op hoogte van Lasse Schöne, waardoor Utrecht in de as een overtal heeft.