Het (ongewenste) vertrek van Neymar en de komst van de nieuwe trainer Ernesto Valverde symboliseren de koerswijziging die Barcelona deze zomer op het veld heeft ingezet. Alle spelers zijn voortaan weer ondergeschikt aan een tactisch plan, dat moet leiden tot verzorgd positiespel. In de strijd om de Spaanse Super Cup bewijst Real Madrid dat dit in theorie makkelijker is dan in de praktijk.
Thierry Henry kan niet geloven wat hem overkomt als hij op een herfstavond in 2008 met een 2-0 voorsprong de kleedkamers van Estádio José Alvalade opzoekt. De Franse aanvaller heeft de openingstreffer gemaakt, maar Pep Guardiola is onverbiddelijk. De Barcelona-trainer haalt zijn linksbuiten van het veld, omdat hij niet de discipline gehad heeft om vanuit zijn positie te voetballen. Zelfs een ster als Henry moet zich ondergeschikt maken aan de wetten van het Catalaanse positiespel. Doet hij dat niet? Dan mag hij naast Guardiola in de dug-out komen zitten.
Het uitgangspunt dat principes belangrijker zijn dan sterren laat Barcelona in de laatste jaren langzaam varen. Aanvankelijk met veel succes, want Lionel Messi, Luis Suárez en Neymar genieten met volle teugen van hun nieuwe vrijheid. Langzaam ontdekken de Catalanen echter de negatieve bijwerkingen van deze wijziging: het fameuze positiespel boet in aan effectiviteit. Luis Enrique beseft dat hij dit tij niet zelf kan keren en stapt na drie tropenjaren op.
Barcelona kiest bewust voor een opvolger die bekend is met het gedachtegoed van Paco Seirul.lo, de man die als hoofd methodologie de speelwijze van de Catalanen tot in detail uitwerkte. Op het veld wordt langzaam zichtbaar hoe Ernesto Valverde als trainer probeert het klassieke positiespel van Barça opnieuw tot leven te wekken. Analyse van de herstelwerkzaamheden in Camp Nou.
4 zones, 3 P’s
Wie wil begrijpen wat het geheim is van het combinatievoetbal van Barcelona, kan wellicht het best zijn zoektocht beginnen bij de trainingsvelden op jeugdcomplex La Masía. De veldindeling in vier zones verklapt de achterliggende filosofie.