Dit seizoen zijn Peter Bosz en Alfred Schreuder de enige twee Nederlandse trainers van een team uit een buitenlandse topcompetitie. In de derde speelronde treffen de coaches van Bayer Leverkusen en 1899 Hoffenheim elkaar. Tijdens de 0-0 remise blijkt dat de Bundesliga hen dwingt om realisme toe te voegen aan de Hollandse School.
Voor de aftrap trilt de Bay04 Arena van verwachting. In de eerste twee duels van het seizoen heeft Hoffenheim verzorgd voetbal gespeeld met korte passes van achteruit. Wanneer ze dat ook durven tegen Leverkusen, dan weten de fans wat dat betekent: spektakel. De 6-1 zege op Eintracht Frankfurt en de 3-1 op Bayern München van vorig jaar liggen nog vers in het geheugen, evenals de voor de neutrale toeschouwers minstens zo vermakelijke nederlagen tegen Werder Bremen (1-3) en RB Leipzig (2-4). Samen met zijn analisten heeft Bosz zijn ploeg op het scenario van een dapper Hoffenheim voorbereid. Het idee is om centrale verdediger Ermin Bicakcic aan de bal te krijgen. Hij staat met zijn rechterbeen aan de linkerkant, waardoor Bosz inschat dat het mogelijk is om hem met rechtsbuiten Karim Bellarabi op te jagen. De performance staf, die zich focust op de fysieke prestaties van de ploeg, ziet nog een extra voordeel van een open wedstrijd. Leverkusen scoort op fysieke waardes als sprints en afgelegde afstand beter dan de rest van de Bundesliga. Dat verschil in fitheid zal zich extra uitbetalen op een hete zaterdag als deze. Ware het niet dat Schreuder een totaal ander plan heeft uitgedacht.