Engeland heeft zich op het tandvlees geplaatst voor de EK-finale. Hoe Denemarken de halve finale erg spannend heeft gemaakt.
Denemarken is waarschijnlijk de best gecoachte ploeg op dit EK. Kasper Hjulmand laat niets aan het toeval over. Na eerder succes tegen Rusland, Wales en Tsjechië wordt in de halve finale Engeland op het eigen Wembley aan het wankelen gebracht.
Op papier heeft Hjulmand dit keer geen grote verrassingen in petto, maar in de uitvoering blijkt wederom dat Denemarken tot op detailniveau goed voorbereid is op Engeland. Dat blijkt bijvoorbeeld op de momenten dat Engeland probeert om met zijn drie aanvallers de driemansdefensie van Denemarken onder druk te zetten.
Waar Jens Stryger Larsen en Joakim Mæhle tot nu toe indruk gemaakt hebben door als vleugelverdedigers op te stomen langs de lijn, blijven ze nu in de opbouw verder achterin. Daarmee kan Denemarken twee dingen bereiken.
1. Achterin wordt het vier-tegen-drie in plaats van drie-tegen-drie.
2. De backs van Engeland moeten ver positie komen om die van Denemarken onder druk te krijgen.
Dat is goed te zien in bovenstaande aanvalsopbouw van Denemarken. Linksbuiten Raheem Sterling is hier al aan het gebaren richting Luke Shaw dat hij vanuit Stryger druk gaat ontwikkelen richting Andreas Christensen.
Shaw moet echter een enorme afstand overbruggen en is niet op tijd bij Stryger om hem op te kunnen vangen.
Achter Shaw blijft een chaotische situatie over. Waarin Harry Maguire en John Stones in directe duels komen met Martin Braithwaite en Kasper Dolberg. Let ook op de positie van rechtsback Kyle Walker, die net als Shaw rekening heeft moeten houden met een pass naar een wingback en daardoor aan de buitenkant staat.
Voor het wedstrijdverloop is dit detail niet bepalend, maar het helpt Denemarken wél om in fases balbezit te houden en zo Engeland terug te dringen.
Scoren doet Denemarken na een half uur via een andere specialiteit van het huis.