Na een 2-0 overwinning op AZ kan Ajax de landstitel alleen theoretisch nog ontgaan. Zondag bleek opnieuw dat Davy Klaassen onmisbaar is in de formatie van Erik ten Hag.
Natuurlijk was het Davy Klaassen die Ajax in zijn officieuze kampioenswedstrijd op voorsprong schoot tegen AZ. Dat had de 28-jarige middenvelder sinds zijn terugkeer van Werder Bremen in oktober al zeven keer eerder gedaan. Klaassen hielp zijn ploeg in de Europa League aan de leiding in de thuisduels met Lille, Young Boys en AS Roma. Zoals hij dat in de Eredivisie flikte tegen FC Utrecht, FC Emmen, Willem II en Heracles Almelo. Tegen AZ deed Mister 1-0 zijn reputatie wederom eer aan met een typerend Klaassen-doelpunt.
Waarbij hij tegenstanders met een loopactie te slim af is. Dit keer was het Teun Koopmeiners die zich in de luren liet leggen. Toen Dusan Tadic zich in de 66ste minuut voorbereidde om een voorzet te geven, had de AZ-aanvoerder niet door dat Klaassen in zijn rug vertrok. Daarom stond de nummer 10 bij de tweede paal helemaal vrij toen Sébastien Haller in een duel Bruno Martins Indi van zich afhield. Een voetbeweging met links was voor Klaassen daarna genoeg om Ajax aan de bevrijdende openingstreffer te helpen.
Na zijn rake kopbal trok hij een sprint langs de 7.500 uitzinnige Ajax-fans. Op een manier die deed denken aan de vreugde van Siem de Jong in het kampioensduel met FC Twente in 2011