Het Nederlands elftal speelde donderdagavond zijn eerste interland van 2019, tegen Wit-Rusland werd gewonnen. Voor het eerst in lange tijd moest Oranje weer écht zelf het spel maken tegen een op papier zwakkere tegenstander. Een ideaal moment om de backposities van Oranje uit te lichten.
In de afgelopen vijf interlands speelde het Nederlands elftal tweemaal tegen Frankrijk en Duitsland in de Nations League en werd er geoefend tegen België. Oranje kwam deze pittige periode uitermate goed door, met plaatsing voor de finaleronde van de Nations League als gevolg.
Tegen Wit-Rusland begon de EK-kwalificatie voor bondscoach Ronald Koeman en zijn manschappen. De Wit-Russen stonden voor de interland in De Kuip 78ste op de FIFA-ranglijst, tussen Oeganda en Canada in. Ondanks veelbelovende woorden van bondscoach Igor Kriushenko, die de toegestroomde pers de dag voor de interland verzekerde dat hij met zijn elftal naar Nederland was gekomen om te voetballen, groef Wit-Rusland zich in tegen Oranje.
In de inmiddels vaste 4-3-3-formatie van Koeman zijn de backs van cruciaal belang tegen een verdedigend ingestelde tegenstander. Zij kunnen voor een overtalsituatie zorgen, waardoor de defensieve muur brozer wordt. Koeman koos voor Daley Blind op links en Denzel Dumfries op rechts.