In de Premier League is de buitenspelval bezig aan een opmerkelijke wederopstanding. Unai Emery (Aston Villa) en Ange Postecoglou (Tottenham Hotspur) passen deze tactiek toe tot in extremis. Zelfs na twee rode kaarten tegen Chelsea valt Postecoglou niet van zijn geloof.
Voetbal is net als politiek. Ideeën zijn zelden écht nieuw. Ze worden hoogstens handig in een nieuw jasje gestopt. Door slimme vertellers die mensen weer enthousiast weten te maken voor een oud concept. Zoals een Spanjaard en Australiër momenteel doen met een tactiek waarmee Nederland in 1974 de wereld versteld heeft doen staan.
Tijdens dat toernooi is de dan achtjarige Ange Postecoglou aan de buis gekluisterd. 'Mijn vader wilde dolgraag dat Oranje ging winnen', vertelde de huidige Tottenham Hotspur-manager daar later over. 'Hij was groot fan van Johan Cruijff. Dat Nederland toen niet won, brak zijn hart.'
Cruijff zelf zag dat anders. Hij verloor in West-Duitsland weliswaar de finale, maar veroverde vele harten. 'Wat al die Europa Cups en Wereldbekers met Ajax niet voor elkaar hadden gekregen, was na één WK wel gebeurd', analyseerde Cruijff in zijn autobiografie. 'Alles wat ik zei en wat ik bedacht, deed er ineens toe. Niet alleen in Nederland, maar overal.'
Dat vijftig jaar na dato een Australische trainer met een Engelse club de Nederlandse buitenspelval toepaste, kan gezien worden als bewijs voor die stelling.