Het Nederlands elftal sloot een roerig voetbalseizoen in de afgelopen weken af met drie zeges. In het laatste duel, tijdens de 5-0 zege op Luxemburg, werden de intenties van Dick Advocaat zichtbaar. Spelers moeten revanche op zichzelf nemen, de hiërarchie is hersteld en het resultaat is heilig.
SPORTIEVE REVANCHE
Met gevaar voor zijn veelbesproken knie vloog Kevin Strootman erin. Het was tien minuten voor tijd, de wedstrijd was allang gespeeld, maar voor de middenvelder telde tijdens een fel duel in de middencirkel maar één ding: hij moest en zou de bal voor zich winnen. De tackle leverde een botsing met zijn directe tegenstander op, maar Strootman stond als eerste weer op om de bal bij een medespeler in veiligheid te brengen. Het moment was typerend voor de geldingsdrang van Strootman en zijn ploeggenoten. Het duel met het nietige Luxemburg was allerminst een verplicht nummer, een formaliteit richting de climax in het najaar, het was bovenal een strijd van elf spelers om zichzelf weer eens op een positieve wijze te tonen.
Wat Danny Blind maandenlang verlangde van Strootman, kwam er onder zijn opvolger Dick Advocaat dan eindelijk in bepaalde mate uit. Sinds vorig jaar zomer legde Blind de nadruk op een volgende generatie sterkhouders. Na het gouden tijdperk met excellerende en bepalende spelers als Arjen Robben, Wesley Sneijder en Robin van Persie werd het tijd voor de midden-twintigers om het initiatief te pakken. Blind stipte het geregeld aan en legde daarmee de nodige verantwoordelijkheid bij de spelers neer. De bondscoach doelde nadrukkelijk op Kevin Strootman (27), Georginio Wijnaldum (26) en Daley Blind (27). Drie spelers die in het verleden bij een Nederlandse topclub de Eredivisie waren ontgroeid en in buitenlandse competities dagelijkse ervaringen opdeden. Het moest in Oranje meer tot uiting komen, zowel met de bal als in leiderschap.
Hoezeer de intenties van Blind ook helder waren, de uitwerking was minimaal. Wijnaldum toonde afgelopen seizoen bij Liverpool een dynamisch en fris gezicht. Als motor op het middenveld drukte hij zijn stempel op het spel van de Engelse topclub, maar in het Nederlands elftal maakte hij veelal een apathische indruk. Blind kreeg ook onder José Mourinho bij Manchester United met grote regelmaat speelminuten en een plek in het hart van de verdediging, maar kon eenmaal in Oranje niet brengen waar hij ook zelf op hoopte. Toch was het contrast bij Strootman nog het grootst. Na een slepende knieblessure keerde hij bij AS Roma weer terug in het wekelijkse ritme van wedstrijden en miste zelden een duel. Zijn overtuigingskracht en drive in Italië verdween echter op het moment dat hij in Oranje acteerde. Met een kapitale blunder in het uitduel met Zweden en erbarmelijk spel in het debacle tegen Bulgarije als pijnlijke dieptepunten.
Voor Advocaat stonden zijn eerste dagen als bondscoach dan ook in het teken van een stevig stukje zelfreflectie. Spelers kregen vanaf het eerste moment een spiegel voorgehouden. ‘Ik heb best een hoge pet op van het niveau van deze groep’, sprak Advocaat zowel intern in een bespreking met de spelers als richting de buitenwereld. ‘Ze spelen allemaal bij topclubs in Nederland of in grote buitenlandse competities. Ik heb ze dan ook direct gezegd: “jullie kunnen geen excuses opvoeren dat er geen kwaliteit is. Alleen, daarmee red je het nog niet natuurlijk. Er komt ook beleving bij kijken. Jullie moeten het gewoon laten zien.”