In de laatste groepswedstrijd tegen Qatar moet Nederland een ticket voor de achtste finale veiligstellen. Tijd voor een tactische analyse van het gastland.
Aziatische teams verrassen tijdens dit WK op eigen continent. Saoedi-Arabië (Argentinië) en Japan (Duitsland) hebben grootmachten op de knieën gedwongen. Zuid-Korea is begonnen met een gelijkspel tegen Uruguay en Iran mag dromen van de knock-out-fase na een 2-0 zege op Wales. Alleen gastland Qatar blijkt tot nu toe het lachertje van het toernooi.
Gegeven de prestaties van de andere teams van dit continent is dat vreemd. Qatar is sinds 2019 namelijk de trotse kampioen van Azië. Op weg naar de toernooiwinst triomfeert het elftal van Felix Sánchez tegen Saoedi-Arabië (2-0), Zuid-Korea (1-0) en Japan (3-1). Uitblinkers Almoez Ali en Akram Afif zijn op dat moment begin twintig, net als veel andere producten van de Aspire Academy. Bij de start van dit WK stelt Sánchez acht dezelfde basisspelers als in de gewonnen finale om de Azië Cup tegen Japan. Alleen speelt zijn elftal dit keer alsof ze nooit eerder met elkaar op het veld hebben gestaan.