In het vliegtuig naar Qatar heeft Louis van Gaal de beelden van Senegal bekeken. In deze analyse vatten we samen wat de bondscoach gezien moet hebben: een behoorlijk stugge, defensieve ploeg waarbij normaal gesproken de hele tactiek is afgesteld op Sadio Mané.
In menig WK-pool zal Senegal achter het Nederlands elftal op de tweede plek gezet worden in groep A. Het spelersmateriaal van bondscoach Aliou Cissé is namelijk om van te watertanden. Waar Ecuador een aanvaller uit de plaatselijke Keuken Kampioen Divisie heeft meegenomen, selecteert de kampioen van Afrika vrijwel uitsluitend uit sterke Europese competities. Onder meer Chelsea (Édouard Mendy en Kalidou Koulibaly), Olympique Marseille (Pape Gueye en Bamba Dieng), AS Monaco (Ismail Jakobs en Krépin Diatta), Bayern München (Sadio Mané), RB Leipzig (Abdou Diallo), Tottenham Hotspur (Pape Matar Sarr), Villarreal (Nicholas Jackson), Everton (Idrissa Gueye), Leicester City (Nampalys Mendy) en AC Milan (Fodé Ballo-Touré) leveren spelers aan het keurkorps van Cissé. Op papier behoort dit Senegal waarschijnlijk tot de beste Afrikaanse selecties ooit op een WK.
Met Cissé – die door anonieme spelers in de pers is neergezet als dictator – voetbalt Senegal bovendien bijzonder gedisicplineerd. In veel gevallen zet hij voor de viermansdefensie doodleuk drie controlerende middenvelders neer. Deze brekers (meestal Nampalys Mendy, Idrissa Gueye en Cheikhou Kouyaté) zijn van Premier League-niveau. Dat verklaart waarom Mendy in 14 van zijn 24 interlands de nul gehouden heeft. Verwacht dus niet dat Nederland makkelijk met grote cijfers over dit team heen walst.
Tegelijk zal Louis van Gaal bij het analyseren van Senegal geen moeite gehad hebben om een overwinning te imagineren. Zeker nu sterspeler Sadio Mané niet meedoet in Qatar, zijn de zwakke plekken van de Afrika Cup-winnaar makkelijk te vinden. Al hoor je Van Gaal dat niet hardop zeggen: 'Ja, ik heb Senegal bekeken. Ik wil daar geen uitspraken over doen, want dan ga ik misschien bij de tegenstander de ogen openen over de dingen die ik gezien heb. Alles wat ik daarover zeg, zou een nadeel kunnen zijn voor het Nederlands elftal.’