Wie denkt dat PSV een slecht seizoen kent, heeft de tumultueuze jaargang van Sevilla niet gevolgd. De zesvoudig winnaar van de Europa League moet vrezen voor degradatie uit La Liga. Jorge Sampaoli probeert Sevilla daarvoor te behoeden, maar zijn pressievoetbal sluit moeizaam aan bij de selectie die is samengesteld om op balbezit te spelen.
Een jaar geleden droomde Sevilla van het eerste kampioenschap sinds 1946. Begin januari naderden de Andalusiërs na een goede serie de koploper tot op twee verliespunten. Trainer Julen Lopetegui poetste de reputatie op die beschadigd was geraakt door zijn vertrek als bondscoach van Spanje en bliksemontslag bij Real Madrid. Monchi ontving ook weer complimenten. Na een teleurstellend avontuur bij AS Roma leek de technisch directeur in zijn vertrouwde omgeving weer op te bloeien. De selectie bestond voor een aanzienlijk deel uit spelers met een soortgelijke drijfveer. Ervaren rotten als Erik Lamela, Ivan Rakitic, Papu Gómez, Thomas Delaney, Fernando en Jesús Navas, die vastbesloten leken om te bewijzen dat ze te vroeg waren afgeschreven door andere clubs.
Nauwelijks twaalf maanden later dreigt Sevilla steeds dieper in een moeras weg te zakken. Bestuurlijk is het onrustig, omdat grootaandeelhouder Jose Maria del Nido probeert om Jose Castro Carmon te wippen als voorzitter. Lopetegui is ontslagen na vijf nederlagen in de eerste acht competitieduels. Monchi heeft op zijn beurt gefaald om adequate vervangers te halen voor de verkochte centrale verdedigers Diego Carlos (Aston Villa) en Jules Koundé (Barcelona). In de recente 3-0 nederlaag tegen Barcelona start Jorge Sampaoli met een driemansdefensie die bestaat uit Nemanja Gudelj, Karim Rekik en Nottingham Forest-flop Loïc Bandé.
Dit Sevilla is dus geen schim van de elftallen die de afgelopen jaren hoge ogen gegooid hebben in Europa.