André Onana waant zich dit seizoen regelmatig in een schiettent. Toch maakt Erik ten Hag zich geen zorgen over de vele pogingen die Manchester United weggeeft. Waarom de manager deze cijfers wegwuift (en hij zich toch een beetje ongerust moet maken).
Vorige week zaterdag zag André Onana niet voor het eerst deze jaargang veel ballen richting zijn doel afgevuurd worden. Everton ondernam in het duel met Manchester United liefst 23 pogingen, waarvan er 6 tussen de palen gingen. Deze schotentsunami past perfect in het beeld van dit seizoen van The Red Devils. Zo incasseert alleen hekkensluiter Sheffield United meer schoten, hoort Onana bij de vijf Premier League-keepers met de meeste reddingen en toucheren tegenstanders bij slechts drie clubs vaker de bal in de zestien.
Voor een ploeg die de ambitie heeft om zich bij de top van de Premier League aan te sluiten, is dat overduidelijk niet goed genoeg. Sterker: afgaande op deze defensieve statistieken omringt United zich met clubs als Luton Town, Burnley en Brentford. Toch klinkt Erik ten Hag opvallend tevreden wanneer hij geconfronteerd wordt met deze statistieken. Maar waarom?