Nederland is het EK gestart met een overwinning op Polen: 1-2. Tactische analyse van een wedstrijd waarin Nathan Aké en de invallers van Oranje bepalend zijn.
Voetbal is geen jurysport. Anders was de eerste EK-wedstrijd van het Nederlands elftal in de eerste helft al in het voordeel van Oranje beslist. De ploeg van Ronald Koeman komt tot bijna zeventig procent balbezit. Dat is geen tikken om het tikken, want dat veldspel levert liefst veertien doelpogingen op. Polen plaatst daar slechts vier schoten tegenover, waaronder één optimistische poging vanaf eigen helft.
Toch is de stand door een spelhervatting van Polen halverwege 1-1. Na een kwartier knikt Adam Buksa een hoekschop van Piotr Zielinski tegen de touwen. Dat is het derde doelpunt op rij dat Oranje incasseert vanuit een corner, na twee treffers die op deze wijze gemaakt zijn door Duitsland.
Die statistiek valt niet geheel los te zien van de keuzes die Koeman met zijn staf maakt bij hoekschoppen.