Vlak voordat Arsenal rood kreeg tegen Liverpool deed Virgil van Dijk datgene waarin hij uitblinkt: niet ingrijpen. Analyse van de opmerkelijke statistieken van de Liverpool-verdediger.
Over het vertrek van Jaap Stam bij Manchester United zingt een hardnekkige mythe rond. In plaats van teksten uit zijn biografie zouden data zijn vertrek naar Lazio in 2001 ingeleid hebben. Daarin had Sir Alex Ferguson naar verluidt gezien dat Stam minder begon te tackelen. De Manchester United-manager telde zijn knopen. Zijn mandekker was op dat moment 29 en de Schot vermoedde dat deze cijfers een indicatie waren dat het verval begon in te treden. Dus werd Stam van de hand gedaan.
Dat bleek een grove misrekening. Stam acteerde nog jarenlang op hoog niveau bij Lazio en AC Milan. Vier jaar nadat het vermeende verval was ingetreden, speelde hij een Champions League-finale. Ferguson had in de begindagen van voetbalstatistieken naar de verkeerde cijfers gekeken om een verdediger te beoordelen.
Ruim twintig jaar later loopt er een dertigjarige Nederlandse verdediger rond bij een Premier League-club die voorop loopt in de datarevolutie. Net als Stam destijds zet Virgil van Dijk zelden een tackle. Bij Liverpool zijn ze slim genoeg om te begrijpen dat dit eerder een teken van kracht dan van zwakte is.