In de cruciale WK-kwalificatiewedstrijd tegen Turkije heeft Nederland een gigantische tik uitgedeeld: 6-1. Tactische analyse van het plan dat Oranje liet swingen op een manier die lang niet vertoond was.
De Turkse bondscoach had het op papier zo goed uitgedacht. Hij had spelmaker Yusuf Yazıcı verrassend geofferd. Zodat vanuit de 4-4-2 verdedigd kon worden waartegen Nederland het tegen Noorwegen zo moeilijk had. Met Hakan Calhanoglu als tweede spits naast Burak Yilmaz. Binnen een minuut kon dat concept van inzakken en loeren alweer in de prullenmand.
Dat was de verdienste van het plan van Louis van Gaal. Want de achilleshiel van Turkije werd genadeloos blootgelegd.
Van Gaal liet er geen misverstand over bestaan waar het tegen Turkije te halen viel. De truc was volgens hem om zorgvuldig te zijn, maar tegelijkertijd sneller dan gebruikelijk te zoeken naar Steven Berghuis, Memphis Depay en Steven Bergwijn. In essentie bestond het plan uit: zorgen voor een overtal in de opbouw, de druk van Turkije uitlokken en vervolgens de ruimte zoeken bij de voorhoede. Om daar direct druk te zetten bij mogelijk balverlies.