Het Eredivisieseizoen 2016/2017 gaat dikgedrukt de geschiedenisboeken in. Niet alleen vanwege de langverwachte landstitel van Feyenoord, maar vooral ook vanwege de invoering van doellijntechnologie en de videoscheidsrechter in officiële wedstrijden. De KNVB heeft als eerste voetbalbond deze systemen getest en de bevindingen van zowel de KNVB als de FIFA zijn louter positief. De technologische hulpmiddelen moeten er op het WK 2018 in Rusland voor zorgen dat wedstrijden niet meer worden beïnvloed of zelfs beslist door eventuele fouten van het arbitrale sextet. Maar is het voetbalspel wel klaar voor dergelijke hulpmiddelen?
Het schot van Thom Haye spatte uiteen op de onderkant van de lat in het Philips Stadion. De bal raakte ruim achter de doellijn het gras en sprong vervolgens het veld weer in. Scheidsrechter Pol van Boekel en zijn assistenten namen echter niet waar dat de bal de doellijn daadwerkelijk gepasseerd had en lieten zodoende verder spelen. De rest is geschiedenis. PSV liep uiteindelijk uit naar de grootste thuiszege van het seizoen en Willem II baalde. Een glaszuiver doelpunt werd de Tilburgers ontnomen, want doellijntechnologie is nog niet in elk stadion in de Eredivisie ingevoerd.
Toch mag de Eredivisie en het voetbal als geheel zich gelukkig prijzen dat er eindelijk met technologische hulpmiddelen wordt geëxperimenteerd. Na de kraker in de kwartfinale van de Champions League tussen Real Madrid en Bayern München schreeuwt de voetbalwereld en met name Bayern-trainer Carlo Ancelotti om videoscheidsrechters. Zijn elftal werd hevig benadeeld door beslissingen van arbiter Viktor Kassai en zijn assistenten, nadat zij toestonden dat Cristiano Ronaldo tot twee keer toe in buitenspelpositie scoorde, terwijl middenvelder Arturo Vidal door de scheidsrechter zijn tweede gele kaart zag na een prima tackle op de bal. Dankzij deze arbitrale dwalingen werd de Duitse grootmacht uit het miljoenenbal gekegeld. Wanneer Kassai en de zijnen echter beelden hadden kunnen raadplegen, dan was de wedstrijd waarschijnlijk totaal anders verlopen.
Niet geheel toevallig hanteren in de Verenigde Staten de vier immens populaire sporten (American football, basketbal, honkbal en ijshockey) al decennialang een videoreferee. Ook sporten die qua spel veel gelijkenissen vertonen met het voetbal hebben inmiddels de videoscheidsrechter geïntroduceerd, zoals rugby en hockey. Nu is eindelijk het voetbal ook aan de beurt om de sport eerlijker en aantrekkelijker te maken. Na de voorlopige succesvolle testen van de KNVB met de videoscheidsrechter en de doellijntechnologie werd in april bekend dat de FIFA tijdens het WK in 2018 de videoscheidsrechter in alle wedstrijd gaat gebruiken.
Reden genoeg voor VI om op onderzoek uit te gaan wat betreft deze nieuwe spelregel. Want met het veranderen van de spelregels, verandert uiteraard ook het voetbalspel zelf. En dat is tijdens de conservatieve dictatuur van voormalig FIFA-president Joseph Blatter vrijwel nooit gebeurd. Achttien jaar lang Blatter leverde welgeteld één noemenswaardige spelregelverandering op: de zogeheten ‘silver goal’. Binnen twee jaar was deze regel afgeschaft.
Wat houdt het begrip ‘videoscheidsrechter’ precies in?
De videoscheidsrechter staat tijdens de wedstrijd via een zender in contact met de dienstdoende arbiter om laatstgenoemde zo goed mogelijk bij te staan. In eerste instantie zat de videoscheidsrechter in een busje dat geparkeerd stond naast het stadion, maar inmiddels heeft de KNVB in Hilversum een heus replay centre in gebruik genomen. Vanuit Hilversum overziet de videoscheidsrechter alle beelden van de aanwezige camera’s in het stadion en op basis daarvan geeft de Video Assistant Referee (VAR) een beslissing door aan de leidsman op het veld.