In aanloop naar de aankondiging van de definitieve EK-selectie van het Nederlands elftal op 7 juni analyseert VI elke week de keuzes van Ronald Koeman op een bepaalde positie. In aflevering vijf de plek waar door de blessure van Frenkie de Jong een klein vraagteken is ontstaan: de spelmakers.
Twee maanden geleden baalde Ronald Koeman van de afwezigheid van Frenkie de Jong. De bondscoach hoopte de interlands tegen Schotland en Duitsland te benutten om te testen welke speler het best naast de spelmaker kon functioneren. Door een blessure van de Barcelona-middenvelder ging door die zoektocht een streep. In plaats daarvan beoordeelde Koeman zijn vervangers. Tijjani Reijnders, Joey Veerman en Quinten Timber kregen de kans in de beoogde rol voor De Jong.
Met de kennis van nu is dat een waardevol experiment geweest. Tijdens El Clásico is De Jong opnieuw geblesseerd geraakt. Door een verstuikte enkel is de vraag hoe fit hij bij de start van het toernooi is. Bondsarts Edwin Goedhart is optimistisch over zijn herstel. ‘Vooralsnog is er geen reden om aan te nemen dat hij het EK niet gaat halen.’ Om daar later in algemene zin aan toe te voegen. ‘Ik verwacht dat een groot deel van de internationals beschikbaar zal zijn. Een coach kan óók beslissen dat hij een speler meeneemt die later in het toernooi kan gaan spelen.’ Binnen het Oranje-kamp heerst dit optimisme over het herstel van De Jong.
De belangrijkste les van de vorige interlandperiode is bovendien dat alternatieven opgestaan zijn. Waar Koeman bij zijn terugkeer in de dug-out van het Nederlands elftal tegen Frankrijk nog een beroep doet op Kenneth Taylor, beschikt hij nu over meerdere goede back-ups voor De Jong.