Voor Toby Alderweireld (29), Vincent Kompany (32), Thomas Vermaelen (32), Jan Vertonghen (31), Mousa Dembélé (30), Marouane Fellaini (30), Axel Witsel (29) en Dries Mertens (31) is dit WK waarschijnlijk de laatste kans om gezamenlijk een prijs te pakken. Aan bondscoach Roberto Martínez (44) de taak om dat mogelijk te maken, maar een logisch elftal componeren van het aanwezige talent in België blijkt nog niet zo makkelijk.
Zeven maanden voor de start voor het WK legde Kevin De Bruyne een bom onder de nationale ploeg. ‘Wij teren nog altijd te veel op ons talent’, vertelde de sterspeler van Manchester City aan Het Laatste Nieuws na een 3-3 gelijkspel tegen Mexico. ‘Zolang er tactisch geen goed systeem staat voor de ploeg, gaan we moeilijkheden krijgen tegen landen als Mexico. Het is jammer dat we tot nu toe nog geen oplossing gevonden hebben.'
De Bruyne maakte met die opmerking een verwijt aan het adres van Roberto Martínez, dat diens voorganger Marc Wilmots ook vaak heeft gekregen: de Belgische bondscoach verzuimt om van de goede spelers een goed team te maken. In het geval van Martínez was dat extra pijnlijk omdat de 44-jarige Spanjaard juist met die opdracht was binnengehaald.
Nu het WK op het punt van beginnen staat, is de kritiek op Martínez nog altijd niet verstomd. Belgische analisten smeken de keuzeheer om terug te keren naar 4-3-3, terwijl hij zelf volhardt in zijn experimenten met 5-3-2 en 3-4-3. Na een bloedeloze 0-0 tegen Portugal denkt de keuzeheer zijn ontbrekende puzzelstukje gevonden te hebben: Axel Witsel is de breker die zowel Kevin De Bruyne als Eden Hazard in zijn kracht moet laten spelen.