Komt dat schot? Helaas voor wijlen Hugo Walker is dat steeds minder vaak het geval. In het mondiale topvoetbal wordt het afstandsschot met uitsterven bedreigd.
Voor liefhebbers van doelpunten van grote afstand was 14 juni een feestdag. Dat was de dag waarop Patrik Schick vanaf 45 meter de doelman van Schotland verschalkte.
🚀 WAT EEN GOAL!
— NOS Sport (@NOSsport) June 14, 2021
Patrick Schick neemt de bal een metertje over de middenlijn op de pantoffel en mikt de bal over doelman Marshall in het Schotse doel. #schtsj #schick pic.twitter.com/6Gl2dnoSp8
Die wondergoal kreeg in de groepsfase navolging. Xherdan Shaqiri krulde namens Zwitserland tegen Turkije een bal in de kruising. In diezelfde wedstrijd deed Irfan Can Kavehci dat aan de andere kant dunnetjes over. Zoals Denemarken kon juichen door heerlijke uithalen van Mikkel Damsgaard en Andreas Christensen. Luka Modric, Thorgan Hazard, Paul Pogba en Lorenzo Insigne demonstreerden eveneens op het hoogste niveau de kunst van het afstandsschot.
Op basis van anekdotisch bewijs valt het afgelopen EK te zien als bekrachtiging van het nut van schieten van afstand. Toch komen de rekenmeesters van de UEFA op basis van datzelfde toernooi tot heel andere conclusies.