Na het 1-0 verlies in de finale om de FA Cup tegen Chelsea kan Manchester United-aanvaller Marcus Rashford (20) zich gaan voorbereiden op het WK. Waarom zijn optreden tegen Chelsea laat zien dat hij nog niet klaar is om de eerste spits van United te zijn.
Het plot van de carrière van Marcus Rashford lijkt in de lente van 2016 overgenomen uit een voetbalstrip. Door een opeenstapeling van blessures debuteert de jeugdspeler van Manchester United eind februari in het eerste elftal tijdens een Europa League-duel met FC Midtjylland. Rashford scoort direct twee keer en herhaalt dat kunstje tijdens zijn Premier League-debuut tegen Arsenal. Hij stoot direct door naar de nationale ploeg, waar hij bij zijn eerste duel eveneens meteen kan juichen. De basisplek van Rashford op Wembley tijdens de gewonnen FA Cup-finale tegen Crystal Palace (2-1), het laatste duel onder leiding van manager Louis van Gaal, is de bekroning voor de krankzinnig succesvolle start van de dan achttienjarige spits.
Dat Rashford in de eindstrijd tegen Chelsea opnieuw mag starten, heeft puur te maken met het feit dat Romelu Lukaku op het laatste moment niet fit genoeg blijkt. De hoop van het Engelse voetbal worstelt met het immense verwachtingspatroon. Sinds de komst van Alexis Sánchez in januari heeft hij geen vaste basisplek op linksvoor meer. Op zijn favoriete spitspositie mag hij alleen nog spelen als Lukaku geblesseerd is of gespaard wordt. Toch is het veel te makkelijk om te zeggen dat de komst van José Mourinho voor Rashford een vloek geweest is.