Na het verlies van sterkhouders Daniel Schwaab, Angeliño en Luuk de Jong moet Mark van Bommel in recordtempo een speelstijl inslijpen die PSV aan een goede seizoenstart helpt. Dat levert voor de PSV-trainer een interessant gevecht op, waarin hij zijn ploeg enerzijds vastigheden wil bieden en anderzijds moet leren om succesvol te variëren.
‘Voetbal gaat om het bespelen van de ruimtes. Het aanvallen van de ruimte en het verdedigen van de ruimte. Een speler mag van mij overal komen, als de ruimtes maar bezet zijn.’
Mark van Bommel
Voor een beginnende trainer is Mark van Bommel extreem consistent in zijn visie. Wanneer hij over de inhoud van zijn vak praat, gebruikt de 42-jarige Limburger altijd dezelfde termen. Van Bommel heeft het in bijna elk interview over principes die in de basis bepalen hoe je speelt, over het bespelen van ruimtes, het domineren met en zonder bal en het variëren binnen deze tactiek door accenten of spelers te wijzigen. Dat is tevens wat bij PSV wordt bedoeld met het onvermijdelijke woord onverstoorbaarheid: onder alle omstandigheden blijven handelen vanuit hetzelfde fundament.
De hand van Van Bommel in het spel van dit PSV valt onmogelijk te missen. Vooral defensief valt op hoe extreem gecoördineerd de Eindhovenaren over het veld bewegen. Iedere voetballer lijkt te begrijpen dat zijn acties gevolgen hebben voor zijn medespelers. Een aspect waar Van Bommel richting zijn groep de nadruk op legt. ‘Beelden zijn daarbij een hulmiddel’, zegt hij daar tijdens het trainingskamp in Verbier over tegen VI. ‘Ook als een manier om spelers mee te nemen en te overtuigen. Zodat ze zelf zien: Als ik dit doe, gebeurt dat. Dat is het mooie aan het vak.’
De hand van Van Bommel in het spel valt onmogelijk te missen. Vooral defensief valt op hoe extreem gecoördineerd PSV over het veld beweegt
De openingstreffer uit het verloren oefenduel met OGC Nice (2-3) is een fraaie illustratie van dergelijke kettingreacties. Zodra de keeper van Nice op het punt staat het spel snel te hervatten met een doeltrap, nemen de PSV’ers direct hun posities in de 4-2-3-1-uitgangsformatie in. Nummer 10 Sam Lammers stelt zich daarbij op achter spits Donyell Malen, terwijl de buitenspelers Steven Bergwijn en Cody Gakpo een tussenpositie tussen de centrale verdedigers en backs van de tegenstander innemen. Daarmee geeft PSV zichzelf twee opties om druk te zetten. Zijn de afstanden tussen de vleugelverdedigers en het centrum te belopen, dan jagen de flankspelers richting het centrum. Lukt dat niet, dan komt Lammers naast Malen en trekken Bergwijn en Gakpo zich wat terug om een 4-4-2-formatie te creëren. In dit geval slagen Gakpo en Bergwijn in hun opdracht om tegelijkertijd druk te zetten en de passlijn naar de back eruit te halen, waardoor Nice plots vastgezet wordt op hun linkerflank. Denzel Dumfries kiest het juiste moment om door te stappen op de linksback van de tegenstander, Pablo Rosario biedt ondersteuning in zijn rug en Jorrit Hendrix organiseert met de drie overgebleven verdedigers het afdekken van de ruimtes die hierdoor open dreigen te vallen. Zo loopt Nice in de door PSV opgezette val. Rosario pakt op twintig meter van het doel de bal af en geeft een lage voorzet, die door Lammers wordt afgerond.
Deze treffer tegen Nice is het PSV dat Van Bommel het liefst ziet: krachtig door de ingeslepen voorspelbaarheid. Tegelijkertijd heeft de afgelopen tweede seizoenshelft bewezen dat deze voorspelbaarheid ook een valkuil kan zijn. Tegen opponenten die zich steeds meer zijn gaan instellen op de wapens van PSV, oogt het spel steeds vaker traag en stroperig. Hoewel Van Bommel naar buiten toe op basis van statistieken als gecreëerde kansen en gemaakte doelpunten beargumenteert dat dit meevalt, blijkt uit het geschuif in zijn opstelling dat ook hij de noodzaak van het toevoegen van variatie erkent. In de voorbereiding test Van Bommel onder tijdsdruk de middelen die hij daarvoor tot zijn beschikking heeft.