Weinig spelers bij PSV zaaien zoveel verdeeldheid als Ibrahim Sangaré. Waar liefhebbers van balafpakkers - waaronder trainer Roger Schmidt - hem prijzen vanwege zijn defensieve capaciteiten, ergeren anderen zich groen en geel aan de momenten dat hij balverlies lijdt. Tijd om dieper in die casus te duiken door zijn balcontacten tegen Benfica terug te kijken.
Na het vertrek van Pablo Rosario groeide de waardering voor Ibrahim Sangaré, maar afgelopen weekend zette Kenneth Perez in zijn analyse op ESPN toch weer vraagtekens bij de balafpakker. ‘Sangaré had weer ongelofelijk veel balverlies. Iedereen vond dat Sangaré goed begonnen was aan het seizoen. En hij hoefde nu 'alleen nog maar dingen te doen, die hij goed kan'. Maar hij had vandaag 23 of 24 keer balverlies. Maar dit was een soort evenaring van het hoogste aantal van vorig seizoen. En toen leed hij écht veel balverlies’, verwees Perez naar de statistieken.
De data onderstreepten inderdaad zijn observatie tegen Heracles Almelo. Toch maakte Perez gebruik van een hyperbool. Want in plaats van 23 of 24 keer leed Sangaré 21 maal balverlies. Mogelijk husselde de Deen wat cijfers door elkaar, want vorig seizoen verloor Sangaré in de uitwedstrijd tegen FC Twente wél 24 keer de bal. Dat was de enige keer dat dit Sangaré in de afgelopen jaargang vaker gebeurde dan bij de start van dit Eredivisie-seizoen. De kritische noot was dus terecht. De Ivoriaan raakte tegen Heracles de bal veel vaker kwijt dan voor hem gebruikelijk is.
In de rust van het duel met Benfica richtte de aandacht zich wederom op Sangaré. ‘Onze grote vriend Sangaré verovert ze heel snel, maar levert ze net zo snel weer in’, analyseerde Wesley Sneijder bij RTL 7. ‘Het is ongekend. Hij verovert ze fantastisch, maar denkt vervolgens: wat moet ik ermee? Die onnauwkeurigheid kan niet. Daar moet gewoon Pröpper komen. Je moet gaan voetballen en ze gaan lokken. Je moet zorgen dat de bal achter de laatste linie komt bij Benfica.’
Anderen wijzen na afloop naar de hoge passzuiverheid van Sangaré. Liefst 87 procent (72 van de 83) van zijn passes bereikten een ploeggenoot. Dat waren ook niet bepaald allemaal tikjes breed. Sangaré zocht negentien keer met een pass naar het laatste derde van het veld, meer dan welke andere PSV’er. Bovendien was Sangaré net als tegen Heracles weer de speler in het elftal van Schmidt die het vaakst de bal veroverde.
Dus viel het eigenlijk wel mee met dat balverlies van Sangaré tegen Benfica? Bij het terugkijken van de beelden blijkt dat wat genuanceerder te liggen.