Een achterstand van twee doelpunten repareren tegen de beste defensieve ploeg van Europa: eigenlijk kan het niet. Toch krijgt Juventus precies dat voor elkaar door met 3-0 te winnen van Atlético Madrid. Analyse van de hoofdrol van Cristiano Ronaldo in een onverwachte ommekeer.
‘We zijn nog niet dood. We waren nog niet dood na de 3-0 nederlaag tegen Real Madrid van vorig seizoen. Laat staan nu we het tweede duel thuis spelen. Alles kan omgekeerd worden.’
Direct na het 2-0 verlies in de heenwedstrijd spreekt Massimiliano Allegri de selectie van Juventus nieuwe moed in. Waarschijnlijk is het tegen beter weten in, want Atlético Madrid krijgt onder Diego Simeone al jaren bespottelijk weinig tegentreffers. Gemiddeld zijn dat er 0,68 per wedstrijd. Wat de opdracht nog moeilijker maakt: Atlético had met de bezeten Argentijn langs de lijn nog nooit een voorsprong uit een heenduel weggegeven in de return.
Juve-coach Allegri weet hoe dat komt. ‘Atlético dwingt je om slecht te spelen, met een laag tempo.’ De mannen van Simeone bewegen mee met de bal alsof ze met onzichtbare touwen aan elkaar verbonden zijn. Nooit meer dan vijftien meter afstand tussen spelers uit dezelfde linie en dezelfde stelregel voor de ruimtes tussen de verschillende linies. Hoe dichter bij het doel de bal komt, hoe kleiner deze afstanden worden. Na jaren van oefening is het voor Atlético een tweede natuur geworden.
Aangezien Atlético dit al jaren op deze manier doet, is het succesvolle, offensieve antwoord op deze tactiek een publiek geheim. Het enige probleem is dat de moeilijksgraad van dit strijdplan extreem hoog ligt. Hoe Juventus in Turijn een succesvolle poging waagt om dit uit te voeren.