Arme Josip Sutalo. Nog niet zo lang geleden was hij een veelgeprezen mandekker van het Kroatische nationale team. Nu is de 23-jarige wekelijks de kop-van-jut bij een dolend Ajax. Zijn casus demonstreert dat verdedigers vaak net zo goed/slecht zijn als hun trainer.
Waarop moet een verdediger beoordeeld worden? Voor veel clubs is dat een verschrikkelijk vraagstuk. Zeker in een tijd waarin van spelers uit de laatste lijn verwacht wordt dat ze onder hoge druk oplossingen blijven zien, domineren in de persoonlijke duels en de snelheid hebben om met grote ruimtes in de rug te verdedigen. De moderne verdediger beschikt over superieur spelinzicht, fysieke kracht en is ook nog eens comfortabel aan de bal.
Manchester United ontdekte als een van de eerste clubs dat data niet helpen om zulke voetballers te identificeren. In 2001 kreeg Sir Alex Ferguson cijfers onder ogen die aantoonden dat Jaap Stam minder begon te tackelen. De Nederlandse mandekker was op dat moment 29 en de Schot vermoedde dat deze cijfers betekenden dat het verval begon in te treden. Dus werd de Kampenaar van de hand gedaan. Vier jaar later speelde Stam met AC Milan een Champions League-finale. Ferguson had de cijfers verkeerd geïnterpreteerd. De afname van tackles bleek in Stams geval juist een teken van groei. Door ervaring verbeterde zijn spelinzicht en stond hij vaker op de goede plek. Daarom was het minder nodig om spectaculaire slidings in te zetten.
Toen Virgil van Dijk in 2019 door de UEFA verkozen werd tot beste speler in Europa, stond hij bij veel defensieve statistieken in de onderste regionen. Hij behoorde in de Premier League tot de verdedigers met de minste tackles en intercepties. Net als Stam leerde Van Dijk dat doelgevaar voorkomen een teamsport is. Vaak is tactisch wachten op hulp slimmer dan ogenschijnlijk heroïsch ingrijpen. Analisten in Engeland kwamen superlatieven tekort om Van Dijk te beschrijven. Vincent Kompany noemde hem de beste verdediger in de historie van de Premier League. Michael Owen ging een stap verder en bombardeerde Van Dijk tot de beste verdediger aller tijden.
Van Dijk werd steeds populairder bij Liverpool door steeds minder in te grijpen.
Tot Jürgen Klopp vergat om zijn elftal op tijd te verversen. Zijn energieke pressingvoetbal staat of valt met middenvelders en aanvallers die de plaggen uit de grond rennen. Daarom was het riskant om Mo Salah, Roberto Firmino en Sadio Mané tot na hun dertigste bij de club te houden. Zoals het ook slecht uitpakte om geen vergelijkbare vervanger voor Georginio Wijnaldum te halen. Voor Fabinho en Jordan Henderson ontbraken gelijkwaardige back-ups, waardoor zij over de kling gejaagd werden. Liverpool incasseerde om die redenen de ene na de andere treffer.
Van Dijk kwam onder vuur te liggen. ‘Ik kan niet geloven dat een verdediger van wereldklasse dit doet’, aldus Micah Richards na een goal tegen Manchester United. ‘Van Dijk stond daar maar te wachten met zijn armen op zijn rug.’ Precies wat hij de jaren daarvoor steeds gedaan had. Alleen bleef dit keer de hulp uit.
Nu het elftal van Liverpool weer beter staat, is het wachten tot de oordelen over Van Dijk bijgedraaid worden. ‘Hij lijkt weer de oude’, zullen analisten zeggen. Terwijl de realiteit is dat Van Dijk al die tijd min of meer dezelfde speler geweest is. De grootste verandering is de organisatie voor zijn neus.
Verdedigers zijn meer dan andere spelers afhankelijk van het functioneren van het elftal.