Oranje heeft via twee spelhervattingen een overwinning geboekt op Polen. Analyse van de defensieve problemen die de keerzijde zijn van het aanvallende spel in Polen.
Zoals vaker in de afgelopen jaren buigt Oranje in de slotfase een achterstand om in een overwinning. Via een strafschop van Memphis Depay en een door Georginio Wijnaldum binnengekopte corner van Steven Berghuis worden de drie punten op het tandvlees binnengesleept.
Dat is een beloning voor het moedige strijdplan van Frank de Boer. De bondscoach treedt al aan met een offensieve opstelling, maar wisselt ook nog eens aanvallend om de achterstand weg te werken.
Tegelijkertijd is deze speelwijze extreem riskant. Polen verzuimt om daar vaker dan een keer van te profiteren. Dat het steeds zo open ligt bij het Nederlands elftal heeft vier oorzaken.
1. Gebrek aan snelheid
Bayern München heeft in de afgelopen editie van de Champions League bewezen hoe effectief het kan zijn om ver van het eigen doel te verdedigen. Dat deed de ploeg van trainer Hansi Flick met een achterhoede die bestond uit Joshua Kimmich, Jérôme Boateng, David Alaba en Alphonso Davies. Vooral Alaba en Davies beschikken over enorm veel explosiviteit, net als middenvelder Leon Goretzka die kort voor hen speelt. Samen met Manuer Neuer als sweeper -keeper schept dit de mogelijkheden om hoog druk te zetten.