Voor een nederlaag hoeft Oranje op bezoek bij Estland hoogstwaarschijnlijk niet te vrezen. Toch vormt de voetbaldwerg voor de ploeg van bondscoach Ronald Koeman een nuttige sparringspartner om te werken aan een van de belangrijkste verbeterpunten.
Het huidige succes van het Nederlands elftal is niet het gevolg van klassiek-Hollands balbezitsvoetbal. Een vluchtige blik op de cijfers leert ons al snel dat dit Oranje een modern soort voetbal speelt. In vijftien interlands onder leiding van bondscoach Koeman komt Nederland uit op het keurige totaal van 29 doelpunten. Acht van deze treffers vielen uit dode spelmomenten: twee strafschoppen, vijf goals uit corners en één doelpunt uit een indirecte vrije trap. Als we kijken naar de 21 goals die Oranje uit open spel maakte onder Koeman, valt al snel iets op: het Nederlands elftal is levensgevaarlijk bij omschakelmomenten. Bijna driekwart van de goals werd voorafgegaan door hoogstens vier passes; bij zo'n veertig procent van deze treffers uit open spel ging er zelfs maximaal één pass vooraf aan de rake schotpoging.
Aantal passes dat voorafging aan elk doelpunt uit open spel Oranje onder Koeman
Aantal passes vooraf | Doelpunten |
---|---|
0 of 1 | 8 |
2 tot 4 | 7 |
Meer dan 4 | 6 |
In Estland treft de ploeg van Koeman een tegenstander die simpelweg niet de middelen heeft om de wedstrijd tot een omschakelingsspel te laten komen. Hoewel er zo nu en dan enige waarheid schuilt in het moderne cliché dat er 'geen kleine voetballanden meer zijn', is het moeilijk om Estland als iets anders te omschrijven dan voetbaldwerg. Terwijl Nederland op vrijdag een topduel met aartsrivaal Duitsland afwerkte, kregen de Esten medelaagvlieger Wit-Rusland op bezoek (1-2 nederlaag, de vierde nederlaag in vier EK-kwalificatieduels). De competities waarin de spelers uit het Estse basiselftal uitkomen, spreken boekdelen: één speler (ex-AZ'er Ragnar Klavan) speelt in de Serie A, een in de Zweedse Allsvenskan (ex-NAC'er Karol Mets) en twee bij middenmoters in de Noorse competitie. De andere zeven spelers verdienen in aanzienlijk mindere competities hun geld: Estland (driemaal), de tweede divisie van Polen (tweemaal), Kazachtstan en Slovenië. Nogmaals: een voetbaldwerg.
Gezien het spelersmateriaal is het dan ook niet geheel verrassend dat Estland in het eerste kwalificatieduel met een topploeg, in juni tegen Duitsland, zich massaal rondom het eigen strafschopgebied terugtrok om de schade zo veel mogelijk te beperken. Tegen de Duitsers 'parkeerde het de bus' in een 5-4-1-formatie (hieronder afgebeeld) diep op de eigen helft. Tegen Oranje zal er weinig aan deze tactiek van Estland veranderen.
Dit maakt het feit dat de Duitsers in juni alsnog tot een monsterscore kwamen (8-0) interessant voor Koeman en zijn ploeg. Immers, tegen een dusdanig teruggetrokken opponent zal Oranje niet de omschakelingsdoelpunten aaneen kunnen rijgen, daar heb je een tegenstander voor nodig die zelf wilt voetballen. Dat is Estland niet. Oranje zal dus via langdurig balbezit tot goals moeten komen. De wijze waarop Duitsland tot liefst acht treffers kwam tegen dit Estland zou goed als blauwdruk kunnen dienen voor het Nederlands elftal.