Met beelden werd de kracht van FC Twente uitgebreid toegelicht. Toch zag Maurice Steijn dat Ajax in de eerste helft weggespeeld werd. Waarom het niet lukte om de uitgedachte tactiek succesvol uit te voeren.
'Iedereen heeft een plan, totdat ze in het gezicht worden geslagen.'
Dit fameuze citaat van Mike Tyson valt moeiteloos te vertalen naar de kansloze middag van Ajax in Enschede.
Dat Michel Vlap in balbezit als vierde middenvelder ging spelen bij FC Twente, kwam voor Maurice Steijn bepaald niet als een verrassing. Vlap werd in deze situaties immers de tweede nummer 10 naast zijn zoon Sem Steijn. 'Daarom was het ook de bedoeling om met twee zessen te spelen, Sivert (Mannsverk, red.) en Benjamin (Tahirovic) en dan (Steven) Berghuis op 10', duidde de Ajax-trainer na afloop.
Het idee was dat Berghuis een van de controleurs van Twente zou oppakken en dat een vleugelaanvaller zich zou ontfermen over de andere.
Op de tekentafel zag dat eruit zoals in bovenstaande situatie. Zette Berghuis druk op Michel Sadílek, dan moest Steven Bergwijn zich ontfermen over Mathias Kjølø.
Op papier was een andere optie dat Berghuis juist bij Kjølø stond en Chuba Akpom de dekking van Sadílek zou verzorgen. In beide scenario's waren Mannsverk en Tahirovic in positie om Steijn en Vlap te verdedigen.
In de praktijk bleken de spelers van Ajax niet in staat om dat plan succesvol uit te voeren.