Vandaag is het precies vijf jaar geleden dat Lucas Moura in de absolute slotseconden van de halve finales van de Champions League de Amsterdamse voetbalharten brak. VI PRO keek het duel tussen Ajax en Tottenham Hotspur terug. Tien even opvallende als vergeten aspecten vallen hierbij op.
I. Superster ontbreekt
Dat smaakmaker David Neres ontbrak en vervangen werd door een ongelukkig spelende Kasper Dolberg, zal bij de meeste kijkers nog wel een belletje doen rinkelen. Maar dat de grootste ster op het veld ontbrak, is in de loop der tijd ondergesneeuwd. Zowel bij het heenduel in Londen als de return in Amsterdam moet Harry Kane - die uiteindelijk wel de verloren finale tegen Liverpool zou spelen - geblesseerd toekijken.
Het ontbreken van de Engelse doelpuntenmachine noopt manager Mauricio Pochettino tot tactische experimenten. In Londen kiest de Argentijn - mede doordat met Heung-Min Son ook de andere aanvallende superster ontbreekt - aanvankelijk voor een 5-3-2-formatie. Het blijkt geen geslaagd experiment. Wanneer Jan Vertonghen er in het heenduel vlak voor rust uit moet met een gebroken neus, grijpt Pochettino dat moment aan voor een systeemwissel. Spurs switcht naar een 4-4-2-formatie met een ruit op het middenveld. Diezelfde formatie hanteren de Noord-Londenaren ook in het competitieduel tussen beide ontmoetingen met Ajax.
Maar nadat Tottenham in het heenduel aanvallend geen vuist heeft kunnen maken, grijpt Pochettino in Amsterdam in eerste instantie terug op vastigheid. Zijn ploeg start vanuit de gebruikelijke 4-2-3-1-formatie, met Christian Eriksen in een hangende rol op rechts, Son als linksbuiten en Lucas Moura in de punt als directe Kane-vervanger.